En we zullen het weten ook. De voortekenen liegen er niet om. Sinds de jaarwisseling regent het berichten over massale sterfte onder dieren. In Beebe, Arkansas zijn vijfduizend merels dood uit de lucht gevallen, gevolgd door vijfhonderd spreeuwen in Louisiana en honderden kauwen in Zweden. In de afgelopen dagen deden honderdduizend vissen die exercitie nog eens dunnetjes over door op de oevers van de rivier Arkansas aan te spoelen. Daarna haalden honderdduizenden soortgenoten in Brazilië en honderden snappers op de stranden van Nieuw-Zeeland dezelfde truc nog een keer uit. En als klap op de vuurpijl heeft Engeland de dood van 40 duizend fluwelen zwemkrabben gemeld.
We zitten tegen 2012 aan, dus zou die apocalyps er nu eindelijk echt aankomen? Het jaartal 2012 markeert het einde van de kalender van een stelletje jungle-Indianen wiens beschaving jammerlijk aan haar einde is gekomen. Dat is niet alleen maar te betreuren, omdat deze Maya’s – naast goede stenenstapelaars – ook gewelddadige mensenofferaars waren. Rekenen was waarschijnlijk ook niet hun forté, anders hadden ze wel een iets intelligentere kalender verzonnen.
Het zal de seizoensinvloed zijn. Rond deze donkere dagen wil zelfs de meest stoïcijnse scepticus nog wel eens zijn cool verliezen – voor een paar nanoseconden. Daarna is het weer over tot de orde van de dag en kunnen we weer hard lachen om die rare doem-verhaaltjes. Het blijft aangename entertainment, dat “einde der tijden” geneuzel.