Of eigenlijk zijn het er twee:” “The Clash of Civilisations” (1993) – Samuel P. Huntington (TCoC) en “The Mesh of Civilisations and International Email Flows”” (2013) – Bogdan State, Patric Park, Ingmar Weber, Yelena Mejova & Michael Macy (TMOCaIEF). Het zijn twee artikelen waarvan we waarschijnlijk nog veel gaan horen in de komende paar jaar.
…dit is een ruwe aantekening voor toekomstige referentie.…
In een knap staaltje sociaal-wetenschappelijk onderzoek, hebben de auteurs van TMOCaIEF” een verband gelegd tussen het” e‑mailverkeer” van individuen verspreid over de wereld en de notie dat de primaire as waarover conflicten op deze planeet gaan plaatsvinden, niet langer bepaald wordt door ideologische of religieuze factoren, maar door culturele en religieuze.
Die laatste stelling is een buitengewoon interessante en is afkomstig uit het artikel TCoC. Meneer Huntington is daar beroemd mee geworden, in 1993 al, en nu kunnen we zelf op TV zien dat hij nog gelijk had ook. Het relevante in dit verband van het tweede artikel is dat het de stelling officieel een stuk aannemelijker heeft gemaakt, door het bestaan van civilisaties als communicatie-clusters aan te tonen, tussen welke breuklijnen kunnen ontstaan.
Diep ga ik niet in op het bovenstaande, maar iedereen weet hoe het zit met religie en” cultuur” als ondergrond voor maatschappelijke problemen. We weten het ondertussen wel met die Wilders en zijn islamofobe stokpaardjes, met de Taliban die eeuwenoude boeddha’s” opblaast, bibliotheken vol met manuscripten van onschatbare waarde vernietigt en schoolwillende tienermeisjes probeert te vermoorden. En dan zijn er natuurlijk nog die ondertussen steeds talrijker wordende radicaliserende” jongeren, die in West-Europa ineens een sharia-bewind willen hebben en zich in Pakistan laten opleiden tot terrorist. Religie en cultuur zijn in onze wereld al heel vertrouwde conflict-ontstekers, dat zien we elke dag in het nieuws. Dat maakt de breuklijnen die door Huntington zijn geïdentificeerd voor iedereen goed zichtbaar. Zelf vind ik het voorbeeld van de pornografie altijd wel een aardige: de gemiddelde nieuwbakken moslim jihadist” die hier in Nederland is opgegroeid heeft daar geloof ik wel het grootste probleem mee. Daarna komen pas de Kafir.
Nu even recupereren:” er gaan in de toekomst conflicten spelen tussen de verschillende beschavingen die op deze aardkloot bestaan. Die conflicten worden niet in eerste instantie door ideologische of economische verschillen bepaald. De vraag of we als samenleving rijk zijn of socialistisch gaat er niet meer toe doen. Wat wel belangrijk is – en belangrijker wordt – is de vraag of we overwegend moslim, hindoe of christen zijn, en hoe we cultureel geïmpregneerd worden. Kijken we bijvoorbeeld naar westerse, van seks doordrongen pulp of lezen we bijbel- en koran interpretaties voor onze ontspanning? Ik moet daarbij wel aantekenen dat ik er nog niet uit ben hoe dit zich verhoudt tot het klassieke Noord-Zuid vraagstuk. Dat gaat toch vooral over de verdeling van rijkdom en grondstoffen en dat beschouw ik als economische – en geopolitieke – factoren. En hoe zit het eigenlijk met de overal toenemende spanning over de verdeling van water? Eén ding wordt mij duidelijk, en dat is: ik heb voorlopig wat om over na te denken. Overigens kent ook” TMOCaIEF naast cultuur een niet te negeren gewicht toe aan de factor economie bij de vorming van internationale communicatie-contacten. Waarvan akte.
Het artikel” TMOCaIEF is van een veel latere datum – 20 jaar – dan TCoC, maar het bevestigt in ieder geval het bestaan van de culturele” breuklijnen” waarmee Huntington wetenschappelijke geschiedenis heeft geschreven. Nu, in 2013, blijken die ook echt te bestaan. Het plaatje laat dat ook zien.” De analyse is gedaan op de database van een grote internet-provider, die een enorme hoeveelheid geanonimiseerde” transactiegegevens van het e‑mailverkeer van hun klanten ter beschikking heeft gesteld. En ja, er is statistisch gecontroleerd op de beschikbaarheid en dichtheid van internet. Ik vind deze werkwijze” charmant, omdat het zo’n mooi voorbeeld van klassieke data-mining is. Er zit heel veel informatie in de informatie over de informatie, de meta-informatie dus, en die gaat vooral over de mensen achter de inhoud. Wij als gebruikers van sociale media en zoekmachines zoals Google, laten een diep spoor na dat door geïnteresseerden goed te exploiteren is voor commerciële doeleinden. Het profileren van een woonwijk bijvoorbeeld, om die vervolgens gericht met specifieke reclame te kunnen bestoken, is met de lokalisatiegegevens die in FaceBook zitten bijvoorbeeld een fluitje van een cent. En de reclame die ik naast mijn Google zoekresultaten zie is daar speciaal voor mij neergezet; gedestilleerd uit alles wat ik op internet laat rondslingeren aan zoektermen, sitebezoeken, forum-activiteiten en ga zo maar door.
De papers achter de links hierboven zijn alleen voor hen met een forse dosis zitvlees, maar ze zijn wel uiterst leerzaam en actueel. Ik vind vooral de technische totstandkoming van het bewijs van TCoC door TMOCaIEF zeer boeiend, omdat ik nu eenmaal graag zie dat hypotheses als die van Huntington aangenomen kunnen worden op basis van zulk “modern” onderzoek. Het doet me denken aan het in 1956 geschreven boek “The Power Elite” van C. Wright Mills, die door middel van het door hem “uitgevonden” onderzoek, gedaan door middel van databases en ponskaarten, aantoonde dat er een echte machtselite bestaat, die buiten het democratische stramien opereert. Die is er dus nog steeds, alleen tegenwoordig vinden we dat heel normaal en noemen we dat het “old-boys network” of “Bilderdijk conferentie” of “Fortune 500”. Het is deze “uitvinding” van Mills die de brug heeft geslagen tussen het sociologische onderzoek en ICT; een effect waarvan mijn hele gezin nog steeds het dagelijkse brood eet.