Hideya Sakaguchi van het “Salk Institute for Biological Sciences” in Californië heeft het geflikt: hij heeft een organoïde gemaakt dat de miniatuur uitgave van een menselijk brein is. Zijn doel was om medicijnonderzoek te faciliteren zonder daarvoor hersens van andere zoogdieren te hoeven analyseren. Het omlaag brengen van het gebruik van proefdieren is een nobel streven, dus zijn wapenfeit wordt als een grote en zeer belangrijke stap in de medische wetenschap gezien. Ik ben geneigd om dat inzicht te volgen, want als kattenliefhebber heb ik van nature iets tegen vivisectie.
Er zit echter een keerzijde aan deze ontwikkeling. Dat klinkt negatiever dan ik het bedoel. Het is mogelijk, blijkt, dat uit stamcellen een gelaagd breintje gekweekt kan worden dat zich gedraagt als een neuraal netwerk. Een geavanceerd neuraal netwerk is precies dat wat bij ons alles uitmaakt; wat ons apart zet van de dierenwereld. Sinds Sakaguchi kan dat in miniatuur – door mensenhanden – worden uitgevoerd, compleet met cerebrale cortex.
In dat laatste zit een belangrijk issue. De cerebrale cortex is de plek waar bij mensen het hogere bewustzijn zetelt. Het is om die reden dat ethici deze ontwikkeling nauwgezet volgen. Het gaat tenslotte om echt bewust leven dat kan ontstaan. Hierbij vraag ik me gelijk af of ze dat ook doen bij AI die in elektronische machines huist. Er zal een moment komen dat AI overstapt naar synthetisch-biologische netwerken, simpel vanwege het feit dat biologische hersens veel efficiënter zijn dan elektronische. De biologische barrière moet worden overschreden.
Het is een interessante vraag hoe snel een biologisch-synthetisch brein van menselijke betekenis kan worden gemaakt en worden “ingericht” als mens. Om daar te komen moet dat brein op dezelfde manier sensor-input krijgen als dat van ons. Dat zal nog wel even duren, want om alles wat wij aan sensoren hebben – huid, ogen, oren, neus etc. – na te kunnen maken en aan te kunnen sluiten is nog veel werk nodig. Evenwel komt dat moment er een keer aan en het is zaak er dan klaar voor te zijn. We moeten dan belangrijke vragen kunnen beantwoorden die gaan over het bestaansrecht en de plichten van de (biologische) AI.
Bovenstaande gaat overigens uit van een synthetische “mens” als huis voor een AI. De vraag is of zo’n synthetische mens wel wensbaar is, omdat deze theoretisch dezelfde plussen en minnen als een niet-synthetische mens zou hebben. Misschien krijgt een biologisch-synthetische entiteit wel een heel andere vorm dan wij; daardoor wordt sensor input anders en daardoor dus ook het bewustzijn. Dat stelt ons voor een interessante keuze: “wat gaan we maken en moeten we dat überhaupt doen…?” Zelf vind ik het charmant om hard te bewijzen dat wij mensen ook maar bio-elektrische machines zijn. En dat doe je door er een te maken die niet te onderscheiden is van een volbloed Homo Sapiens..
Leuk zijdeverhaal: vandaag lees ik dat wetenschappers een vis-robot hebben gemaakt die energie opslaat in kunstmatig bloed. Dat is weer een stap dichterbij de synthetische mens