Er is op dinsdag 14 juli 2015, dat was gisteren, geschiedenis geschreven. Het is wel geschiedenis van een rare soort, want het wordt belichaamd door de afschaffing van sancties – tegen een staat – die niet uit de lucht waren komen vallen, maar die waren opgelegd door de internationale gemeenschap. Ofwel, je doet een land eerst iets aan en dan draai je dat 10 jaar later weer terug. Dat noem je dan vervolgens een historisch akkoord. Er zijn in die zin recentelijk twee landen toegetreden tot de gelukkigen der aarde: Cuba en Iran.
Evenwel is het akkoord met Iran van gisteren toch historisch, want er wordt een enorme natie van bijna 80 miljoen zielen” onder het juk van een boycot vandaan gehaald. Dat is op zichzelf al prijzenswaardig. Een groot deel van die 80 miljoen mensen is jong en zeer welwillend om mee te gaan in de moderne vaart der volken. Zoiets moet je stimuleren, denk ik. Met al dat jonge spul” treedt Iran binnenkort” weer toe tot de internationale markten* waarvan zij zo lang was uitgesloten. Daarnaast” kan” het land weer bij haar in het buitenland bevroren miljarden, die zij op eigen bodem kan investeren. Volgens mij kan dat alleen maar goed zijn voor iedereen.” Ik ben dus blij voor het Iraanse volk en gun haar de toegang tot de internationale gemeenschap en haar eigen centen” in het buitenland van harte.
Ik deel met mijn positiviteit in een vrij breed gedragen sentiment, ware het niet dat er natuurlijk ook tegenstand is. Obama dreigde gisteren met een veto als zijn bestuurlijke achter(lijke)ban dit akkoord probeert te torpederen. En in Iran zelf, dat jarenlang een zeer negatief beeld van de V.S. heeft gecultiveerd, zijn de haviken natuurlijk” ook” niet blij. Een “gemeenschappelijke vijand” werkt verenigend en is ook goed voor de nationale saamhorigheid. Ik kan me zomaar voorstellen dat dit gaat veranderen. Het verbindende isolement waarin Iran zo lang verkeerde valt weg. Dat moet een fragmenterend effect op de interne machtsstructuren hebben waar de zittende elite niet blij mee hoeft te zijn. Ik kan daaraan toevoegen dat er ook Iraniërs buiten het land zijn die het akkoord niets vinden. Dat merkte ik zojuist toen ik een Perzische collega wilde feliciteren, die niet wist hoe snel hij zijn middelvinger moest opsteken.
Een ander, belangrijk effect van het beëindigen van de boycot tegen Iran is een verandering van haar positie in het Midden-Oosten. Het is de gezworen vijand van IS en het zal zich waarschijnlijk breed gaan maken om die terroristische moordenaarsbende van de kaart te vegen. Het verleent daarmee een dienst aan haar cliënt-staat Syrië, maar dat lijkt onvermijdelijk te zijn. Een wat mij betreft interessantere ontwikkeling is die rond Israël. Dat heeft zichzelf effectief geïsoleerd door het akkoord van gisteren een “historische vergissing” te noemen. Althans, dat zijn de woorden van Benjamin Netanyahu, Israëls havik-premier, die door zijn halsstarrigheid en binnenlands imperialisme – van de orthodoxe kolonisators in de Palestijnse gebieden – de goede verhoudingen met de V.S. volledig heeft verprutst. Daarom ligt hij nu ook in eigen land steeds meer onder vuur. Hij kon het gisteren niet nalaten om te waarschuwen voor de Iraanse nucleaire dreiging, die volgens hem vooral groter wordt. Teheran zal, aldus Netanyahu, die naïeve westerlingen en hun inspecteurs alleen maar misleiden. We weten het echter allemaal: het is hier de pot die de ketel verwijt dat hij zwart ziet.
Mijn mening: ik vind de gebeurtenissen van gisteren goed en ik zie met tevredenheid dat Iran – maar ook Cuba – weer worden betrokken bij” het internationale diplomatieke spel. Het zal beide naties verlossen van een belangrijke aandrijver van armoede en daaraan kan mijns inziens niet veel mis zijn.
*)” Met uitzondering van de wapenmarkt. Daar moet zij nog vijf jaar geduld voor bewaren, maar ik verwacht niet dat dit een onoverkomelijk probleem voor Iran zal zijn. Als je uraniumcentrifuges kunt bouwen dan kan de productie van een conventioneel wapensysteem geen probleem zijn.