Ik ben muzikaal groot geworden in het zwaartepunt van de jaren ’70-’80. Dat heeft me de Amerikaanse en Britse nichtenrock van de tweede helft van de jaren ’70 net niet bespaard. Ook ik heb geluisterd naar – en genoten van – groepjes zoals Supertramp, ELO, Fleedwood Mac, Santana en ga zo maar door.
De zogenaamde commerciële rotzooi die toen beschikbaar was in de vorm van populaire huppelpop en disco was aan mij niet besteed. Ik was toen ook net niet slim genoeg – of voldoende bekend met de business – om door te hebben dat de muziek die ik luisterde net zo commercieel was als Travolta, Cool & The Gang of The Jackson Five.
De redding is gekomen rond de decadewisseling, toen mijn oudste broer mij introduceerde aan Joy Devision – later New Order – en ik zelf The Clash en de Sex Pistols ontdekte. (Mijn broer vertelde mij later dat hij het album “Unknown Pleasures” (1979) van Joy Devision aan mij gaf omdat hij er zelf veel te depressief van werd.…) Ook de uitlopers van de Britse reggae – Police en allerlei SKA varianten en groepjes – konden mij zeer wel bekoren. Ik had – zo bleek vooral vlak voor mijn 20‑e jaar – een mix gevonden die goed bij het agressieniveau van mijn late adolescentie paste. En ook bij mijn politieke neiging trouwens.
Nu liep ik ongeveer 2 jaar geleden tegen de film “24 Hour Party People” (2002) van Michael Winterbottom aan en vond die zo geweldig dat ik hem mij direct heb aangeschaft en in de loop van de dagen na mijn eerste ontmoeting gelijk nog 3 keer bekeken heb. Het trof namelijk: 24 Hour Party People (24HPP) gaat over de muziek scene van het Engelse Manchester en de film begint met een live concert van de Sex Pistols in 1976. Ik was toen 12 en stond nog maar luttele jaren voor mijn bekering.
In een voice over door een geacteerde Tony Wilson wordt daarna kort de geschiedenis, die daar in Manchester zoals ze zeggen “in the making” was, uiteen gezet en start het werkelijke verhaal van het muzieklabel “FACTORY” en haar illustere bands, zoals onder andere Joy Devision, In a Certain Ratio en James and The Happy Mondays. Toen ik dat eenmaal doorkreeg, zat ik aan de buis gekluisterd totdat de film voorbij was.
De film is een zeer informatieve, meesterlijk geacteerde en dicht bij de werkelijkheid liggende pseudo-documentaire, die bol staat van de trivia over mijn muzikale helden. En ik heb er lang over nagedacht hoe ik de “touch and feel” ervan opnieuw zou kunnen ervaren zonder de film voor de zoveelste keer te bekijken. Het noodlot is me wat dat aangaat goedgezind geweest.” Mijn dame kwam laatst met een boek van Peter Hook thuis.
Peter Hook (1956) is/was de bassist van Warsaw – Joy Devision – New Order en hij heeft een boek geschreven over dezelfde” periode als in de film 24HPP getoond wordt. Het gaat over de club The Haçienda, bekend als register-item HAÇ51 in Manchester en haar korte roerige bestaan in de tweede helft van de jaren ’80. Het boek is opgebouwd in jaargangen: Hook beschrijft van elk jaar dat de club open was een algemeen verhaal en wat trivia en hij geeft ook de volledige lijst van optredens van bands die er in dat jaar hebben gespeeld.
Als extraatje krijgen we dan ook nog een inkijkje in het kasboek. Daaruit zie je vooral één ding huizenhoog opdoemen: het onafwendbare failliet van de club. Het is niet voor niets dat de ondertitel van het boek: “How NOT to run a club…” luidt. Best jammer van die Haçienda; het zal gedeeltelijk ook wel aan de programmering hebben gelegen, die zijn tijd gewoon veel te ver vooruit was. Ik wil dat graag geloven; als ik de programma’s doorblader zie ik hoe hip ik in de jaren ’80 zelf was – ik heb toch een heleboel van die HAÇIENDA bands met eigen ogen live gezien. Hoe voorstelbaar wordt nu mijn feest van herkenning.…
De behoefte om 24HPP nog eens te zien wordt door het boek niet weggenomen maar juist aangewakkerd. Ik zou bijna aan iedereen die uit hetzelfde tijdvak komt als ik – en die een off-mainstream muzieksmaak wel kan waarderen – willen aanraden om deze ijzersterke combinatie van film en boek tot zich te nemen. Het is ten eerste verschrikkelijk leuk en ten tweede geven zowel de film als het boek een prijsloze inkijk in de Manchester scene en in de legendarische start van een aantal nieuwe muziekstromingen. Ik vind beide, ook na herhaling, zeer de moeite waard.