Het overkomt me wel vaker en ik ben toch blij dat ik het een beetje bijhoud: ik kom een plaatje tegen waarvan ik gelijk hoteldebotel ben. En het” schilderij “Soirée”, in 1922 geschilderd door de in Berlijn gesitueerde schilder George Grosz, is er zo eentje. Of beter, zijn er zo eentje, want er zijn meerdere versies van.
Ik kom hier mijn eigen oogkleppen tegen als het gaat om de jaren 20 van de vorige eeuw. Ik heb daar een beeld bij dat waarschijnlijk helemaal” niet” klopt. Bij het Interbellum denk ik aan een tijd waarin Europa opkrabbelt van de Eerste Wereldoorlog en waarin de aanloop voor de tweede genomen wordt. Duitsland heet dan voor een deel de Weimar Republiek en het wordt verscheurd door een interne strijd tussen de Nationalisten, Communisten, Christenen en Liberalen.… en later ook de Nationaal Socialisten. Het land verkeert in een bestuurlijke chaos en het wordt effectief langzaam maar zeker uitgeknepen door de geallieerden van de Eerste Wereldoorlog. Gesanctioneerd door het verdrag van Versailles (1919) vervalt Duitsland in armoede.
Wat er later gebeurt is geschiedenis. De Nationaal Socialisten weten vanaf begin 1920 de volkse onvrede over de geallieerde afpersing te mobiliseren en het electoraat kiest ruim 10 jaar later uiteindelijk Hitler als haar leider. In mijn hoofd is er” aan” deze tijd weinig goeds te” ontdekken. Maar dat is niet helemaal conform de werkelijkheid van toen. Het was niet alleen maar kommer en kwel wat de klok sloeg.
De jaren van na de Eerste Wereldoorlog zijn ook jaren van optimisme en vernieuwing. Er gebeurt in de kunst verschrikkelijk veel. Ik noem er maar een paar: Jugendstil, Bauhaus,” Charleston” en Burlesque en nog een heleboel meer. Het leven lijkt ook te bruisen van de actie en de mensen keren hun blik naar buiten. Ze gaan naar” variété, ze dansen op de straten en in de danszalen,” ze bevolken de terrassen en ze richten hun huizen in met mooie spullen. En de dames kleden zich in dunne jurkjes tot net boven de knie. Er is een reden waarom deze “twenties” vooral “roaring” worden genoemd.
Niet in de laatste plaats is het tijdperk(je) seksueel. In de beeldende kunst lijkt wel meer naakt en ondeugendheid voor te komen dan daarvoor en vlak daarna. Zelfs op het podium is dit het geval. Het lijkt wel of de beklemming van de Eerste Wereldoorlog wordt afgeworpen in een golf van werelds liberalisme. En een van de kunstenaars die op deze golf meerijdt is George Grosz, de maker van het juweeltje hiernaast.
Wat een prachtbeeld is het eigenlijk. Mij spreekt vooral de zelfverzekerdheid van de dame aan, die ongegeneerd naakt aan tafel zit. Ergens komt dit vandaan. Uit het hoofd van Gosz, maar ook uit zijn omgeving waarvan hij zijn” ideeën” krijgt. Was dit het kroegleven in de “Roaring Twenties”? Als dat zo is dan ben ik bijna een eeuw te laat geboren. Let wel: dit geldt alleen wat de publieke losbandigheid betreft en voor alle” mooie kunst en” vakmanschap” die toen het levenslicht zagen. Verder blijf ik voorzichtig met wat ik mezelf toewens.
Kijken en genieten. Verder niets.