De tekenen voor de door ramp en tegenspoed geplaagde kerncentrale in het Japanse Fukushima zijn buitengewoon ongunstig.
Het apparaat heeft waarschijnlijk de twijfelachtige eer de eerste echte meltdown van onze nucleaire geschiedenis te worden. Ik begrijp dat dit scenario tot nu toe alleen maar bijna is voorgekomen en nog nooit tot het einde was uitgespeeld. Daarin lijkt nu toch definitief verandering te komen.
Er worden verwoed vergelijkingen getrokken met het Russische Tsjernobyl, maar die gaan er bij mij niet in. Tsjernobyl is een uit elkaar geplofte centrale en geen centrale met een klassieke meltdown van het type “China Syndrome”. De kern van die Ruskie-meuk is niet al sissend en gorgelend de grond in gezakt, waar zij tot in de eeuwigheid kokend en blazend zal blijven zitten.* Dat ding is met een grote klap verpulverd en kilometers hoog de atmosfeer in geblazen. Die “kern” ligt nu verspreid over een groot deel van de Russische wouden en – iets beter verdund – over de rest van Europa.
Tsjernobyl heeft een sarcofaag gekregen. Niet omdat het zin heeft, maar om de gemeenschap gerust te stellen. De sarcofaag over de reactor is namelijk geheel leeg. Daar ligt gewoon helemaal niets onder. In Japan wordt dat anders. Daar zal de komende 500.000 jaar het experiment “Betonnen Inkapsulering Met Zwaar Radioactieve Splijtkern” worden gestart. Geef het ding een geinig kleurtje en ons nageslacht kan tot in enige duizenden generaties verder van deze “live installatie” genieten. Zo heeft” zo’n kernramp toch weer een voordeel…
*) …“ze”… ja. Reactorkernen zijn draken.….