Mij was het ontgaan dat er in Frankrijk een uitspraak van de hoge raad aan zat te komen over het verbod op gelijkgeslachtelijke huwelijken. Het is in dat land nog steeds verboden dat twee mannen of twee vrouwen met elkaar trouwen. Geinig detail is dat er een verschil in rechten is voor gehuwden en ongehuwde partners, dus een verbod op huwelijk tussen twee mensen van het gelijke geslacht schept automatisch rechtsongelijkheid. En een volwassen constitutie zou daar toch vanaf moeten kunnen komen – desnoods via de hoge raad.
Zo niet in Frankrijk , waar er nog sterk hiërarchistische neigingen bestaan in het dagelijkse leven en op de werkvloer. Het is het land waar je bankafschriften nog door de plaatselijke filiaaldirecteur worden geparafeerd en het land waar ze op hun 60e met pensioen gaan omdat ze eigenlijk – diep in hun hart – toch te besodemieterd zijn om te werken.
Het is toch wat. Ik dacht dat we zo ver westelijk in Europa geen last meer zouden hebben van dit soort bijna Amerikaans aandoende domheid – en al zeker niet bij een hooggerechtshof, een college waarvan je toch wel wat moet kunnen verwachten. Maar het blijft Frankrijk, denk ik dan. Het is een hoop gescheer en weinig wol, dat is de indruk die ik mijn hele leven al van dat land heb. En klaarblijkelijk is het nog een stelletje homo-hatende halve garen ook.