Ik heb het geloof ik niet vaak eerder gedaan, maar vandaag ga ik mijn webLOG eens goed misbruiken om een futiel en volstrekt onbelangrijk maar toch zwaar irritant fenomeen van mij af te krijgen, en dat is het gemiddelde verkeersgedrag van de stedelijke fietser (en al die andere waaskoeken).
Voor de zekerheid stel ik van te voren alvast dat fietsers in de stad de baas moeten zijn en dat auto’s daar weg moeten wezen; of zich zeer dociel moeten opstellen. Voor medefietsers dient echter het nodige respect te worden opgebracht. En dat schijnt nog niet zo simpel te zijn.
Mijn eerste irritatie is gelegen in de ruimte die jonge wielrijders nemen. Ik zie dagelijks de snotneuzen drie man breed naar school fietsen. “Drie naast elkaar, één de sigaar..!” Dat is wat ik vroeger geleerd heb. De hedendaagse schoolganger weet dat echter niet. Die komt daar pas achter als ik ter correctie van dit debiele opstoppingsgedrag op een tegenoverliggende ramkoers ga fietsen, daarbij heel boos kijkend, en met een ferme “opzij, sukkel!” een kluitje van drie van die halve garen tegen de stoeprand op krijg. Van achteren naderen is nog beter: dan kun je de hele rij gewoon opzij duwen terwijl je er langs flitst.
Nog meer: het principe “rechtdoor op dezelfde weg gaat voor” betekent onder meer dat je iemand die je tegemoet komt niet afsnijdt door links af te slaan. Weten de jonge fietsers van tegenwoordig dat? Echt niet! Ik heb in een periode van één jaar al een stuk of 5 aanrijdingen gezien die door een afbuiger werden veroorzaakt. Dat waren overigens allemaal meisjes, maar verder wil ik niets suggereren.
En wat is er eigenlijk met de dames aan de hand die precies op de hoek van de straat – in een haakse bocht waar een enorme verkeersstroom langs moet – met de fiets aan de hand met elkaar gaan staan kleppen? En hoe zit het met die studenten – die ik hier dagelijks zie – die niet snappen dat je geen stilstaand onderonsje kunt houden in een deuropening waar nog 500 mensen doorheen moeten? Is het dan zo verschrikkelijk moeilijk om te begrijpen wanneer je echt in de weg staat en wanneer niet? Misschien heeft het te maken met een gebrek aan sociaal besef, wat mij niet zou verbazen. Zo verklaar ik ook altijd het bizarre gedrag van die oude besjes die de supermarkten onveilig maken met hun wagentje; omdat ze op grond van hun leeftijd nu eenmaal respect en een “licence to kill” af willen dwingen.
Ik kan doorgaan… zo heb ik een mening over mensen die denken dat ze altijd voorrang hebben – ook op fietsers die van rechts komen – als ze in een auto zitten.* En die mening is niet positief. Bovendien lijkt hij op de mening over die mensen die denken dat snelheidsbeperkingen en oranje stoplichten er voor “anderen” zijn en niet voor hen met hun “professionele rijstijl”. En dat kleven aan die bumper kan dan natuurlijk ook best, want als enige automobilist ter wereld kunnen zij remmen binnen 200 milliseconden, 3 meter en 150 kilometer per uur… en dan ook nog eens op tijd stil staan! Ik kan dat natuurlijk niet omdat ik een normaal mens ben en geen professionele coureur. Ik ben dus, als verkeersmietje, onderworpen aan de verkeersregels.… Hmmm. Heb ik weer.
De toeristen die alleen naar geveltjes kijken en niet naar het verkeer, vergeef ik hun onhandigheid. Die weten niet beter. Die mogen gerust onverwacht oversteken op zo’n gracht terwijl ik daar met 30 kilometer per uur op mijn hybride ros aan kom stormen. Die nemen bewust het risico om van de sokken te worden gereden, zodat ze nog een paar weekjes aan hun verblijf in deze schitterende stad kunnen vastknopen.
Zo, toch nog mild geworden zo aan het einde. Verder gaat dit nergens heen, maar het was wel even lekker.….
*) Je weet wel: op een gelijkwaardige kruising hebben fietsers die van rechts komen voorrang op alle verkeer. De meeste automobilisten weten dat niet eens denk ik. Die zitten nog met hun hoofd in de NAZI-tijd, toen deze regel door de Duitsers werd afgeschaft vanwege het grote aantal fietsers in “Die Niederlände”.