Mijn oog valt op een eigenaardig stukje tekst, dat ik eigenlijk niet meer zou willen tegenkomen in deze tijd… omdat het zo rancuneus is. Hier gaat het om (NU.nl):
“Federatief Joods Nederland (FJN) verzet zich tegen een monument in het Brabantse Geffen (gemeente Maasdonk) met daarop ook de namen van Duitse militairen die in de oorlog in het dorp sneuvelden.”
Ik lees het nog een keer goed, maar het staat er echt. En ik zie meer dat mijn aandacht op een negatieve manier trekt:
“Afgelopen voorjaar ontstond eveneens commotie over de herdenking van Duitse soldaten. FJN stapte in mei naar de rechter om te voorkomen dat de Gelderse gemeente Bronckhorst tijdens de dodenherdenking op 4 mei ook Duitse soldaten zou gedenken. De dodenherdenking mocht doorgaan maar de rechter bepaalde toen wel dat burgemeester Henk Aalders de graven van Duitse soldaten moest mijden.
FJN kondigde toen aan volgend jaar de herdenkingen in alle gemeenten in de gaten te zullen houden en naar de rechter te stappen wanneer elders ook Duitse soldaten worden herdacht.”
Ik geloof bijna mijn ogen niet, maar ik geef grif toe dat mijn mening over het wel of niet herdenken van Duitse WW-II soldaten misschien afwijkt van die van het gemene volk. Ik vind namelijk dat ook de Duitse slachtoffers van het Nationaal Socialistische regime van Adolf H. te B. en zijn kornuiten herdacht moeten worden en waarom niet tegelijk met al die anderen die tussen 1933 en 1945 het leven lieten. Wat is daar precies mis mee? Willen we nog steeds collectief en op joodse instigatie volhouden dat elke Duitse voetsoldaat een nazi was en elke Italiaan een fascist? Nu, ik heb er aan de Duitse kant ondertussen heel veel leren kennen, maar er zat geen nazi bij. En hun verhalen goed begrijpend weet ik ook dat de doorsnee Teutoonse frontganger net zo’n arme ziel was, met net zo weinig te vertellen over zijn eigen handelen, als elk ander bij deze oorlog betrokken slachtoffer.
Soldaten hadden geen keuze. Een alternatief voor de strijd was er natuurlijk wel, maar daarvoor moest je vrijwillig een standrechtelijke executie door het anti-desertie peloton in lopen. Voor dat lot hebben ook velen die moed hadden om hun marsbevelen te weigeren gekozen. Maar laat ik wel wezen, ik zou het niet gedaan hebben en in de strijd ook liever een kogel van voren – van de vijand – dan een kogel van achteren – van de ordetroepen – hebben geriskeerd. Ik had mij gewoon aan mijn “Befehl” gehouden als ik in WW-II soldaat was geweest, daar hoef ik geen doekjes om te winden. En die inslag, ingegeven door lijfsbehoud, hadden volgens mij erg veel soldaten. Dus waarom zouden ook deze arme sloebers niet kunnen worden geëerd door de herdenkende overlevenden van nu? Omdat Federatief Joods Nederland daarover een mening heeft, die volgens mij net zo achterlijk als hypocriet is?
Het zal wel weer bij dat Nederlandse gepolder horen, maar chic is het niet. Ik vraag me af hoe lang die collectief gecultiveerde ellende door onze joodse medemensen nog als alibi voor hun onredelijke gejammer zal worden misbruikt. Ik ben er in ieder geval wel goed klaar mee.