Sommige dingen zijn het waard om bewaard te worden. Ik kan me zelfs voorstellen dat de etymologieën van “bewaren” en “waarde” dicht bij elkaar liggen. Wat ik in ieder geval wel kan waarderen (!) is de verwijzing van de Volkskrant van vanmorgen naar een foto van” Eve Babitz & Marcel Duchamp. Deze werd in 1963 door Julian Wasser tijdens een overzichtstentoonstelling van Duchamp in het Pasadena Museum of Art” gemaakt. Het artikel gaat over schaken, wat ik niet super boeiend vind. Maar de foto behoort misschien wel tot de “Top-100 Meest Geciteerde Foto’s” op deze planeet. En dat boeit me dan weer wel.…
Ik houd van beeldcitaten, vooral als ze lijken te zijn ingegeven door alternatieve motieven dan kunst. Het fameuze “Lunch in het gras” van Manet en al de verwijzingen die daarvan zijn gemaakt voldoen naar mijn mening aan die classificatie. Wat dit exemplaar betreft: het origineel is uit 1963. Dat is een jaar voor mijn geboorte en ik heb wel eens het idee dat de wereld er vanaf dat moment met de dag strikter uit ging zien. Ik heb in ieder geval weinig van het onderstaande kunstgevoel mogen meemaken. Eeuwig zonde, al zeg ik het zelf.
Het sentiment dat ik hierboven beschrijf klopt waarschijnlijk van geen kanten. Ook de jaren 80 kenden een ruime sortering aan naakt optredende kunstenaars – zelfs op tv. Neem bijvoorbeeld Marina Abramović en Annie Sprinkle.” Ik heb, nu ik er over nadenk, zelfs wel eens gedacht dat performance-kunst eigenlijk een alibi voor apert exhibitionisme moest zijn. Maar ik geef toe, dat betekent niet dat dit ook maar iets afdoet aan de aantrekkelijkheid ervan. Ik heb geen moeite met de extravagante extraversie van die artiesten.…
De selectie hierboven is betrekkelijk willekeurig. De hits die ik tegenkwam met heren op de plek van Babitz heb ik weggelaten. Waarom de foto door de Volkskrant wordt geciteerd bij een artikel over schaken laat zich als bouwpakket lezen op het Blog Carolus Chess. Wellicht vond de redacteur het gewoon een geinige plaat, net zoals ik. Een betere verklaring is echter de absolute fascinatie die Duchamp voor het schaken had en die hem zelfs bijna zijn carrière als kunstenaar heeft gekost. De partij hierboven, tegen de naakte Babitz – toen 20 jaar oud – was overigens een performance.