Het is waarschijnlijk niet de eerste keer dat ik opschrijf dat mijn Noord Italiaanse c.q. Friulaanse familieleden van de vrouwelijke zijde zich zorgen maken over de Nederlandse mannen. Maar omdat ik het weer eens tegenkwam en me iets bedacht dat ik wil bewaren, doe ik het gewoon nog een keer, zij het met wat toevoegingen.
Dus: mijn Italiaanse nichtjes, nichten en tantes maken zich zorgen over de Nederlandse mannen. Die lijken namelijk onbewogen bij vrouwelijk schoon of überhaupt bij vrouwelijkheid. Hoe werkt dat? Een Italiaanse vrouw zorgt er in de regel voor dat ze er op z’n minst goed toonbaar maar vaker gewoon charmant uitziet. Ze geeft daarvoor aandacht aan haar kleding, de accessoires die ze gebruikt en al haar andere beeldbepalende factoren. In ruil daarvoor vraagt ze om de opmerkzaamheid van de mannen én de vrouwen om haar heen. Een Italiaanse zorgt ervoor om op een prettige manier gezien te worden. Wat ze daarvoor verwacht terug te krijgen is de gepaste waardering.
Die waardering is meerledig. Het gaat er bijvoorbeeld niet alleen om complimentjes te krijgen, hoewel dat belangrijk is. Daar gaat het wat mijn familie betreft om te beginnen al helemaal fout in dit land. De Nederlandse man zal namelijk sterven voordat hij een dame een pluimpje geeft of haar de deur open houdt, want daar begint de doorsnee boeren kaaskop niet aan. Naast het feit dat Nederlanders bij Zuid Europeanen sowieso de reputatie hebben een stelletje ongemanierde, emotieloze kinkels te zijn, lijken ze ook nog eens immuun voor de visuele pracht van een charmante vrouw. Ik benadruk hier gelijk maar even dat ik het expliciet niet over “mooie” maar “charmante” vrouwen heb, een indicator die onafhankelijk is van wat de mode van de dag als mooi aanduidt. Misschien is hier het woord “esthetisch” meer op zijn plaats, maar daar wil ik vanaf zijn. Om het misschien nog ingewikkelder te maken: Nederlanders weten in het algemeen niet zo goed wat mooi is. Daarvoor huren ze zo nodig toch altijd buitenlanders in; vaak uit Italië omdat ze daar nu eenmaal wel weten wat schoonheid is.
Maar eigenlijk gaat het hier niet om mooi of lelijk. Er is een andere issue die mijn familiedames en ik veel belangrijker vinden. En dat is die van de grensmarkering tussen het dames- en het herenvolk. Ofwel: de etiquette.
Zoals ik het tot nu toe hier heb meegemaakt is het aperte gebrek aan etiquette in dit land te wijten aan minstens één gezagscrisis en twee feministische golven, die plaatsvonden tijdens de periode tussen de jaren ’60 en ’90 van de vorige eeuw. Daarin is de mannen van dit land duidelijk gemaakt “dat vrouwen helemaal niet zitten te wachten op die waardering en dat ze niet gediend zijn van feedback op hun verschijning. Daarvoor zijn de Nederlandse vrouwen namelijk veel te zelfbewust en te soeverein. Die hebben helemaal geen mannen nodig om zich compleet en autonoom te voelen.” Mocht een man het dan toch in zijn hoofd halen om een dame een compliment te maken of om zelfs de deur voor haar open te houden, dan was het hek van de dam. “Die vent die wil wat van me” was gedachte nummer één bij de dames, die na een effectieve feministische indoctrinatie niet alleen betere, maar ook vooral onbeschaafdere mensen werden.
Ik hecht aan de twist in de laatste zin hierboven. Ik ben namelijk helemaal voor sterke, onafhankelijke, soevereine en zelfvoorzienende vrouwen. Waar ik echter een broertje dood aan heb is hypocrisie. Dat laatste vermoed ik regelmatig als het om de verwachtingspatronen rond de masculine slagkracht van de gemiddelde man gaat. “De “metro-man” is hip maar hij heeft geen ruggengraat”, hoor ik dames regelmatig verzuchten, maar dat zou eigenlijk niemand in dit land moeten verbazen. Mocht het me ooit echt dwars gaan zitten dan kom ik hier nog op terug.
Eigenlijk ligt mijn punt ergens anders. De functie van etiquette in het algemeen is de cultivering van wellevendheid. Door het stellen van voorschriften voor de omgang met anderen, kan iedereen ervoor zorgen dat hij/zij geen onprettige verschijning voor zijn medemens is. De etiquette schrijft voor dat je niet mag stinken, dat je op een beschaafde manier eet en drinkt, dat je toonbaar en gepast gekleed gaat en dat je een taalgebruik en onderwerpkeuze hebt die andere mensen niet afstoten. Er zijn er meer, maar het komt erop neer dat de etiquette je leert hoe je te gedragen in gezelschap. Daarin ligt een hele belangrijke functie besloten en dat is het zetten van de gepaste afstand tussen jou en “de anderen”. Precies daar gaat het met de Nederlandse mannen dus mis.
Het klinkt paradoxaal maar dat is het niet. Als een man die weet hoe het hoort de deur voor een dame openhoudt of haar een compliment geeft, dan doet hij dat niet omdat hij iets wil van deze mevrouw, maar hij geeft daarmee juist een grens aan. Hij laat met zijn correcte manieren – een opengehouden deur of een ingetogen galanterie – juist zien dat hij op gepaste afstand van de dame wil blijven. En zij weet met deze actie gelijk dat ze volgens de regels der kunst veilig is en geen onbehouwenheid hoeft te verwachten. In het kort: de mannelijke wellevendheid stelt juist een duidelijke grens; vooral aan de mate van intimiteit die er kan worden verwacht. Over het algemeen is de boodschap daarover: “nihil!”
Wat is er met de Nederlandse mannen mis volgens de dames in mijn familie? Niet het idee dat ze geen schoonheid kunnen waarderen, ondanks de moeite die de dames ervoor doen om er goed uit te zien. Nee, “de Nederlandse man weet niet hoe het hoort! Hij laat het in ieder geval niet merken, dus hij geeft de dames daarom ook geen basisgevoel van veiligheid. Nederlandse mannen hebben geen gevoel voor wellevendheid, dus daar kun je de gekste dingen van verwachten.” Aldus is de redenering, waarin ik me best kan vinden. Gelukkig heb ik wel geleerd hoe het hoort.