Gisteren zag ik ze de Mont Ventoux op fietsen, die noeste mannen-proefpersonen van de experimentgroep EPO. EPO – de afkorting van erytropoëtine – is een hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert. Het idee is dus dat je door het gebruik van dat spul het aantal rode bloedcellen in je bloed kunt opkrikken en daarmee de hoeveelheid zuurstof die je kunt opnemen dus ook. Zuurstof bindt zich namelijk aan hemoglobine, dat rode spul in je rode bloedcellen. Het is daarom bijna een no-brainer: hoe meer rode bloedcellen, hoe meer zuurstof, hoe beter de prestatie (als die afhankelijk is van zuurstof). Dus, rechtdoorzee extrapolerend: EPO-gebruik verbetert je prestatie als je daarvoor veel zuurstof in je bloed nodig hebt. Bij wielrennen is dat het geval.
Helaas lijkt de extrapolatie niet zo recht-toe-recht-aan te zijn als je zou verwachten, want het spul werkt namelijk niet prestatieverhogend op wielrenners. Dat is uit het genoemde experiment gebleken. Al die renners die al die jaren aan het infuus lagen tijdens al die zomertours, deden dat dus helemaal voor niets. En de straffen die ze voor het illegale gebruik van dit hormoon kregen zijn dus ook voor niets. Ze hebben de facto niet ingegrepen in hun prestatieniveau door EPO te nemen en dat is toch wel zo ongeveer de portee van die hele dopingregelgeving als ik het goed begrepen heb. Maar daar kan ik naast zitten. Ik heb namelijk helemaal niet zo goed door wat nou de zin van die doping-regulering is. Waarom zou je dat doen? Ik heb dat al eens eerder uitgebreid opgeschreven. Volgens mij kan die doping beter volledig vrijgeven worden, omdat er ook geen specifiek verbod op bepaalde trainingsmethoden bestaat. En top-trainingsmethoden kunnen volgens mij zeker zo gevaarlijk zijn als doping. Ze zijn in ieder geval niet goed voor je en je wordt er in de regel een zelfgecentreerde, asociale individualist – lees: een topsporter – van.
De bijkomende voordelen van legalisering lijken erg veel op die van het reguliere drugsgebeuren. De kostbare noodzaak voor onderzoeksprocessen en procedures, laboratoria, illegale handel, regelgeving en handhaving vervallen als sneeuw voor de zon. Dat kan alleen maar goed zijn in een top-sportwereld die toch al van de besodemieterij aan elkaar hangt. Matchfixing? Er is volgens mij geen betere sport denkbaar om dat mee te doen dan wielrennen.
Het meest gênante rond die topsport en de schandalen is die schijn van onkreukbaarheid die er om de sporters en officials heen hangt. Die wordt permanent opgepoetst voor de media, die daar vervolgens weer een hele hoop poen mee verdienen. Ondertussen is bijvoorbeeld de nieuwe FIFA-bestuurder vooral in het nieuws omdat het zo’n ongelofelijke inhaal is, die alles behalve eerbaar genoemd kan worden. Sportland is geen heilig land. Het is een poel van geniep en zwendel. Leuker kan ik het niet maken.