Het is al een beetje belegen eigenlijk, maar toen ik woensdagavond Pauw en Witteman met Philip Freriks zag babbelen over Dominique Strauss-Kahn moest ik toch even achter mijn oor krabben.
Ik heb de heisa rond DSK’s aanranding van die arme kamer-dame in dat New Yorkse hotel eigenlijk wat links laten liggen, omdat ik toen nog dacht dat het om een – door DSK zelfs aangekondigde – rechtse aanval ging. En wel op de toentertijd gedoodverfde uitdager van president Sarkozy van Frankrijk die DSK zou zijn. Ik had al bijna medelijden met de arme jongen.
Maar zoals altijd met mijn loepzuiver lijkende bespiegelingen, zit de werkelijkheid een stuk minder simpel in elkaar dan ik dacht. Dat is op zich overigens wel geruststellend, want we zouden er niet onverdeeld beter op worden als die er echt zo uit zou zien als ik af en toe denk. In het geval van DSK is het bovenstaande principe zelfs symmetrisch gespiegeld. Het begint er waarlijk op te lijken dat hij zijn vermoedens van een op handen zijnde smut-campagne baseerde op een inschatting van de problemen waar hij al lang tot over zijn oren in zat. Zijn beschuldigingen waren een vlucht naar voren, en hij was er bij mij bijna mee weggekomen.
Dinsdag werd echter duidelijk dat meneer DSK in Lille een virtuele seksclub had, die resideerde in het Carlton hotel en daar erotische feestjes hield. Die feestjes werden georganiseerd door en voor een schimmig old-boys netwerk en betaald door een bouwbedrijf en een producent van medische apparatuur. De beschuldiging luidt nu – naast de implicaties van corruptie – dat DSK heeft aangezet tot prostitutie, ofwel de pooier heeft uitgehangen. Neuken met een prostituee mag wel, maar er een verhuren dus niet. Daar zit wel wat in. De dames die sekswerk doen moeten eigen baas zijn, vind ik. Treffend in dit verband is de ontkenning van dit souteneurschap door DSK’s advocaat. Zijn cliënt zou niets hebben geweten van “prostituees”, omdat je aan een naakte dame op een feestje nu eenmaal niet haar beroep kunt aflezen. (SIC!)
Ik zal het onthouden voor mijn eigen huisgelegenheden. Als er zich daar onverhoopt blote dames vertonen – wat ik niet op voorhand zou afwijzen – dan vraag ik voor de zekerheid wel of ze een badge willen omhangen of een sticker willen opplakken, waarop staat waarmee ze hun brood verdienen. Ik wil geen moeilijkheden krijgen, dat spreekt voor zich. En nu ik het daar toch over heb: ik voel ineens die ondertoon van legendarische Franse losbolligheid en breed getolereerde promiscuïteit opkomen. Die zoemde bij mij al langer op de achtergrond in verband met die meneer DSK. Ik heb daar geen principiële bezwaren tegen, maar het begint nu tot een wat storend niveau aan te zwellen. Dat is vooral zo omdat het zo’n publiek issue aan het worden is. Die Fransen weten duidelijk wat lekker is, zal ik maar zeggen, maar dat was vooral hun eigen zaak. Het uitte zich in de jaren 70 en 80 bijvoorbeeld in de uitzonderlijke kwaliteit en het hoge esthetische niveau van hun seksfilms – heb ik me laten vertellen… En als we verder terug gaan, dan komen we niet veel anders tegen. Misschien zegt de naam “Donatien Alphonse François de Sade” iets?
Het schijnbaar ongelimiteerde libido van de Franse hoogwaardigheidsbekleders ligt in lijn met het idee dat macht aantrekkelijk maakt – én corrumpeert. Kijkend naar DSK zie ik niet hoe hij zonder macht of geld met zijn tengels ook maar in de buurt van een meiske mag komen. Hetzelfde geldt voor Berlusconi met zijn Bunga Bunga feestjes natuurlijk ook. En dan is er nog die Zuma van Zuid Afrika een tijd geleden, die ook maar niet af komt van zijn imago van vrouwenverslinder. Mijn afgunstige twijfel over het idee dat rijke en machtige mannen er veelvuldige erotische uitspattingen op na houden, begint sterk en tamelijk definitief af te kalven. De vele voorbeelden, ook in de geschiedenis, suggereren toch een soort standaard in dezen. Misschien dat ordinaire kift mijnerzijds trouwens ook een rol speelt.
Tenslotte: ik begrijp van Philip Freriks dat DSK het hele seks-circus zelfs in de V.S. liet optuigen om aan zijn gerief te komen en dat hij daarvoor zelfs de avonden – geheel tegen het protocol in – “beveiligingsvrij” kon doorbrengen. Dat gebeurde ook een dag voor de aanranding van de ongelukkige kamer-dame in New York nog. Het is die structurele losbandigheid die DSK waarschijnlijk heeft genoopt om een rechtse samenzwering te voorspellen, zo vlak voordat zijn losse handjes wereldnieuws werden. Saillant detail daarbij is dat de Franse geheime dienst – en dus de regering in Parijs – al lang op de hoogte waren van al dit moois rond DSK en zijn seksmaatjes. Die hadden – indien DSK nog serieus voor het presidentschap had kunnen gaan – gewoon de kraan met vuiligheid naar de pers open kunnen zetten. Het debacle in New York heeft dit echter voortijdig overbodig gemaakt.