Na enige weken de campagne gevolgd te hebben valt me op dat het verhaal van de dames en heren lijsttrekkers vooral over de koopkracht gaat. Het is kennelijk heel belangrijk dat we met z’n allen gewoon op hetzelfde – of op een niet al te veel lager – niveau kunnen doorgaan met “kopen”. Kopen maakt ons namelijk gelukkig en blij. Als we niet kunnen kopen, dan krijgen we het idee dat we iets belangrijks missen; dat de wereld aan ons voorbij trekt zonder ons. Dus moeten we kunnen blijven kopen, krachtig en veel, crisis of niet, met of zonder klimaatsverandering.
“Jammer toch”, dacht ik, toen ik in de Volkskrant van zaterdag het koopkrachtbeeld van de verkiezingsbeloften van de politieke partijen kreeg voorgeschoteld. Het ging alweer over de centen. Het is waarschijnlijk de belangrijkste indicator voor de kans die een politieke partij maakt om met een acceptabel aantal zetels in de kamer aan te kunnen treden. Maar eigenlijk had ik van mijn krant iets anders verwacht. Deze gedoodverfde “krant voor links intellectueel Nederland” had toch ook een andere indicator kunnen uitlichten? Waarom niet bijvoorbeeld “duurzaamheid” of “rechtvaardigheid” of “toekomstvast”? Maar nee. Het ging gewoon weer over die ordinaire, profane en platte koopkracht.
Het is heel gek dat de politieke partijen nog steeds suggereren dat er door de politiek op de een of andere manier een heel effectief beleid gevoerd kan worden waarmee veel en doeltreffende invloed op de economie kan worden uitgeoefend. Maar diep in hun hartje weten die politici natuurlijk ook wel dat dit een waandenkbeeld is. Politici hebben eigenlijk niet zo veel inzicht in de effecten van hun programma’s en dat kan volgens de regels der kunst ook helemaal niet. Maar toch beloven ze letterlijk de wereld, terwijl beloftes en voorspellingen voor een heel groot deel op drijfzand berusten. Economie is een zeer complexe, chaotische en ondoorzichtige tak van sport die je misschien wel achteraf beschrijvend kunt benaderen maar waarin voorspellingen niet veel hout snijden. Het is geen wetenschap in ieder geval; eerder een soort religie. Niet dat dit veel uitmaakt. De modale kiezer wil alleen maar besodemieterd worden.
Zo stelt de VVD bijvoorbeeld dat er in een jaar of 30 zo’n 400.000 banen bijkomen als zij nu kunnen gaan regeren. En dat durft de lijsttrekker met drogen ogen te beweren, terwijl het vrijwel onmogelijk is om op die termijn en over dat onderwerp een voorspelling te doen met ook maar de meest rudimentaire nauwkeurigheid. Welke sectoren bevat de economie dan bijvoorbeeld over 30 jaar? En hoe zit het eigenlijk met de interventies door andere regeringen dan die met een door de VVD geleverde premier? En Brussel en Al Qaïda? Er kan veel gebeuren in zo’n lange tijd en ik vind het eerlijk gezegd nogal brutaal om zo’n oncontroleerbare uitspraak te doen met een air alsof het al in steen staat gebeiteld. Overigens werd deze leugenachtige campagne-praat door Bas Haring wel effectief getorpedeerd in het wetenschap katern van de Volkskrant van afgelopen zaterdag.
Ik hoor trouwens het gerucht dat VVD voorman Mark Rutten nog thuis bij zijn mama woont. Zou het een ondergrondse Italiaan zijn die nog uit de kast moet komen? Die doen dat namelijk ook – thuis wonen – tot ver na hun 30ste. En we weten allemaal hoe goed Italianen in de politiek te vertrouwen zijn. Maar goed; ik vind het verontrustender dat een (economisch) liberaal, die toch gelooft in individuele verantwoordelijkheid, particulier initiatief en persoonlijke ontplooiing, glashard beweert de economie te kunnen sturen. Dachten die misleide, naïeve communisten in het omgevallen Sovjet blok dat met hun vijfjarenplannen en hun centraal geleide economie dat vroeger ook niet? Wat moesten die kapitalisten toen toch hard lachen om die domme Oostblok-sufferds. Schaamteloos is het. Zelfs de eigen principes worden door die geldgeile krentenwegers voor deze campagne te grabbel gegooid.
Mijn idee dat er nu belangrijkere zaken zijn dan koopkracht om tot een keuze voor het parlement te komen is gelukkig geen particulier onderonsje van mij met mijzelf. Een korte navraag in mijn omgeving laat zien dat er wel degelijk wordt nagedacht over belangrijkere dingen dan geld en dat mensen zich voor hun keuze laten leiden door zaken als bestuurbaarheid, duurzaamheid, welvaartsverdeling en rechtvaardigheid. Ofwel, in mijn omgeving kom ik mensen tegen die over de lijsttrekkers rechts van het midden met een grote minachting zeggen dat ze “die koopkracht maar in hun haar moeten smeren” en die zich bij de verkiezingen richten op andere problemen dan die van hun eigen portemonnee.
Trouwens, ik zie het er sowieso wel van komen dat het idee van het ongebreidelde consumeren een keer op de helling gaat en op den duur gradueel en geruisloos – bijna onopgemerkt misschien – wordt vervangen door een eerbaarder principe. Als we ons als mensheid tenminste echt willen blijven ontwikkelen… en overleven. Misschien worden persoonlijke cultuur en mentale excellentie wel de graadmeter van succes en niet de maat van de B.M.W.. Het zal wel moeten, omdat we straks met veel mensen op deze beperkte planeet zitten en dus niet meer grenzeloos grondstoffen kunnen blijven gebruiken. De eco-technische voetafdruk van de gezamenlijke mensheid zou daarvoor te groot zijn, dus we moeten wel gaan minderen en we moeten dat nog hip gaan vinden ook. Want ondanks hardnekkige geluiden over het tegendeel, lijkt het mij niet echt mogelijk om op een humane en acceptabele manier een bevolkings-beperking te bewerkstelligen. China heeft het geprobeerd en plukt daarvan nu de zure vruchten. En de manier waarop Hitler het 70 jaar geleden wilde regelen zal ook de handen niet op elkaar krijgen. Dus als je het mij vraagt wordt het toverwoord “consuminderen”.
Koopkracht is in mijn omgeving niet cool meer, lijkt het. Dat bevalt me wel. Ik hoop alleen dat we dat als collectief ook een keer zo gaan zien en dat we gaan accepteren dat we met zoveel mensen op zo’n kleine aarde niet alles meer kunnen doen wat we willen. Het leefbaar houden van deze planeet gaat op den duur heel veel inzet kosten – zowel in financiële als in technologische zin. Dat zal onze koopkracht tot een futiel flutprobleempje gaat reduceren. Eindelijk gerechtigheid.…