Het mag gerust gezegd worden: Delft heeft hoogstwaarschijnlijk geschiedenis geschreven – en wel in de tak van sport die fysica heet. Een zoektocht in de publicaties van de Technische Universiteit Delft levert helaas geen extra informatie op, maar De Volkskrant begint haar uitgebreide artikel met de volgende header:
“Delftse natuurkundigen hebben waarschijnlijk als eersten een exotisch nieuw elementair deeltje gecreëerd waar al sinds 1937 over wordt gespeculeerd. Het kan een sleutelrol gaan spelen in de supercomputer van de toekomst. Ze deden hun vondst niet in een reusachtige deeltjesversneller zoals in Genève, maar op het kruispunt van supergeleidende nanodraden op een speciale chip, ‘made in Delft’.”
“Brave Volkskrant”, denk ik dan. Ze zijn daar in Delft lekker bezig. We staan aan de vooravond van een super heftige revolutie in computerland en ik word direct en adequaat geïnformeerd door mijn trouwe ochtendkrantje. Heerlijk is dat, zo bij de eerste espresso van de dag. Het Delftse universiteitsblad Delta doet zoals gezegd nog geen melding, maar dat kan nog komen. Het is namelijk geen ordinaire kattenpis die hier is ontdekt – of beter: gesynthetiseerd – want het bovengenoemde deeltje is het Majorana-fermion. Dat is naar verluid een deeltje met dusdanig buitenissige eigenschappen, dat het bij uitstek geschikt is om te fungeren als informatiedrager in een quantum-computer. En we waren al sinds 1939 aan het zoeken.
Misschien snap ik het. Simpel gezegd: nu rekenen computers nog met twee waardes van een informatiedrager in de vorm van een elektronische bit van magnetisch ijzer. Die bit kan de waarde 1 of 0 bevatten. En een heleboel van die dingen bij elkaar – ik versimpel het verhaal hier schromelijk – kunnen een rekenmachine vormen zoals we die nu op ons bureau hebben staan of op onze schoot of in onze zak hebben. Echter, de aan-uit beperking van al die bits bij elkaar is een grens die ervoor zorgt dat alle operaties die een computer nu uit te voeren heeft, sequentieel moeten verlopen. Achter elkaar dus. Parallel rekenen wordt eigenlijk gerealiseerd door meerdere sequentieel rekenende apparaatjes naast elkaar te zetten.
Aan die beperking komt een keer een einde. Quantum-computers kunnen bitwaardes onthouden die niet alleen 0 of 1 zijn, maar ook zo’n beetje alles er tussenin. En daar kan de machine nog mee rekenen ook, waarmee deze de beperkingen voor het echte grote-mensen parallelle rekenen effectief opheft. Het probleem dat nog moest worden opgelost lag in de lage stabiliteit van de quantum-bits en dus in de grote kwetsbaarheid van de machine. Door de vondst van het Majorana-fermion, dat heel stabiel schijnt te zijn, is dat probleem van de wereld en kan er een stabiele quantum-computer worden gebouwd. En precies dat gaat dus een revolutie veroorzaken, waarvan de leek zich onmogelijk kan voorstellen wat de ramificaties zullen zijn.
Ik heb een vaag idee: computers worden heel-veel sneller, kleiner, krachtiger en goedkoper en kunnen straks rekenen op een niveau dat we nu nog denken voor te behouden aan het menselijke brein. Dat heeft consequenties op heel veel gebieden. Als een computer straks een kunstmatig stel hersens heeft dat hetzelfde kan als dat van ons, en zelfs sneller, beter en langer, dan liggen bijvoorbeeld zaken als kunstmatige intelligentie (van minimaal menselijke proporties), vertalingen tussen natuurlijke talen door machines en eigenlijk alles wat je verder nog kunt verzinnen, binnen handbereik.
Het is nog even afwachten of de resultaten in Delft gereproduceerd kunnen worden en of de ontdekking van het Majorana-fermion als definitief wapenfeit op het blazoen van de TU Delft kan worden bijgetekend. Ik heb goede hoop dat dit geen enkel probleem zal zijn. En dan hebben we als Ollandesie toch weer mooi iets om trots op te zijn.