Wat een onthulling! Er is in München een enorme voorraad aan geroofde kunst gevonden die in de dagen van Hitler van de joodse eigenaars afhandig is gemaakt. Op zich geen heel gek verhaal, want er moet nog heel veel spul rondzwerven dat eigenlijk ergens anders thuishoort dan in het bezit waar het zich nu bevindt. Het behoort eigenlijk toe aan mensen die door de nazi’s vervolgd zijn geweest of aan hun wettelijke erfgenamen. Het gaat om huizen, land, kunst, goud, juwelen, geld en wat dies meer zij. Het gaat in elk geval om heel veel kapitaal.
Het voordeel van kunst – maar ook van juwelen – is dat het herkenbaar is. Als ik met een Picasso kom aansjouwen bij een kunsthandelaar met de vraag of hij die op een veiling voor me kan wegzetten en het geld op mijn rekening wil storten, dan gaat er als het goed is ergens een alarm af. Dat zal melden dat Meneer Carlito iets probeert te verkopen dat ooit ergens is verdwenen. Want laten we wel wezen, ik kan niet legaal aan een Picasso komen, want dat soort centen heb ik niet. Dus voordat ik “Pablo” kan zeggen zit ik in handboeien op het politiebureau met een heleboel lastige vragen aan mijn hoofd.
Maar nu München. Daar heeft de zoon van een in de oorlog foute kunsthandelaar dus jarenlang een goudmijn aan roofkunst in huis gehad. Van zijn vader geërfd, als het ware. Hijzelf is een vervuilde zonderling die verstoken is van enig contact met de buitenwereld. Maar een paar waardevolle vrienden zonder veel scrupules had hij kennelijk wel. Want wat wil het geval? Meneer de erfgooier had een half miljoen €uro op de bank staan en bleek regelmatig roofstukken uit zijn geheime collectie aan kunsthandelaren te verkopen. Waar? In Zwitserland natuurlijk! Waar ze wel een heel twijfelachtige reputatie hebben als het gaat om de ondersteuning van de Duitse oorlogsmachine van de jaren 1940. Hetzelfde geldt voor de manier waarop ze met geroofd nazigoud en bankrekeningen van nazi slachtoffers omgaan. Er bestaat wederom geen enkele twijfel aan: er wordt in Zwitserland weer vlijtig voor Hitler geheeld!
Ofwel, die Zwitsers leren het blijkbaar nooit en zitten voor de zoveelste keer met hun smerige tengels en met terugwerkende kracht steun te verlenen aan het Derde Rijk. Ik weet het niet hoor, maar ik krijg alweer zo’n heel nare smaak in mijn mond van die kaasfondue nassende nazi-huichelaars in de Alpen. En ook kan ik weer niet anders dan concluderen dat kapitaalmanagers – of het nu bankiers, kunsthandelaren, makelaars of verzekeraars zijn – een stelletje geaccepteerde witte-boord criminelen is, die echt niet kunnen zitten met een duister zaakje meer of minder. Ik verzucht het maar weer eens… Waar blijft hij toch, die revolutie die al dat soort geteisem netjes naast elkaar zet.….
Wat ik overigens niet begrijp is waarom Duitsland geen lijst van de aangetroffen kunst publiceert. Eventuele rechthebbenden moeten zelf maar uitzoeken of er iets van hen bij zou kunnen zitten. Dat is best een curieuze handelswijze als je het mij vraagt. Ook als je het me niet vraagt trouwens. En waar ik ook nog wel benieuwd naar ben is wanneer de hutkoffer met persoonlijke bezittingen van Hitler gaat opduiken. Die is verdwenen toen deze op transport is gezet van het belegerde Berlijn naar de Berghof. Wellicht moeten we eens in Zwitserland bij een welgestelde bankier gaan zoeken.