Geheel in lijn met het OerNederlandse idee dat een zesje genoeg is en je vooral goed geconformeerd moet worden aan een Hollandsche Doorsnee, stijgen ook dit jaar weer de aanmeldingen voor de studentenverenigingen ongehinderd.
Dit blijkt – ondanks het bindende studieadvies, dat aan de studentenvereniging als zeer pijnlijk alternatief voor grote mensen omgang toch een adequaat einde had kunnen maken – uit de Delta, het lijfblad van de TUDelft.
Jammer. Weer een generatie studenten die zich de hersenen week gaat drinken terwijl het werk blijft liggen. De verenigingsstudent: het is en blijft een rare druif die maar niet in staat lijkt om een echt sociaal leven op te bouwen maar dat dit moet vervangen door een pseudo-gemeenschap waar vooral de drank de dienst uitmaakt – een sociale slappeling dus.
Ik kom de generaties ex-leden wel eens tegen op het schoolplein van mijn kinderen. Het zijn dezelfde slapjanussen als de zwalkende dronkaards die ik ’s ochtends vroeg op weg naar mijn werk” tegenkom. Het scala is breed: ondermaatse möchte gern “wetenschappers” en (nog steeds) gitaarpielende zielepoten die waarschijnlijk hopen op die ene doorbraak – maar echt talent missen. Gelukkig speelt dit alles zich ver van het publieke domein af. Het is een beschamende vertoning. Of zou het iets anders zijn dat ze tekort komen, bedenk ik mij ineens?
Ik zou bijna willen zeggen tegen al die kwezels die denken zonder een vereniging niet door de Delftse studie heen te kunnen komen: ga lekker naar huis en laat het studeren over aan mensen die van zichzelf al een persoonlijkheid hebben in plaats van een door een studentenvereniging geïmplementeerd nep-ego. Misschien heeft mama wel visjes voor je gebakken. Anders blijven ze in die stad nog jaren lang met die import-troep zitten, want de al dan niet gesjeesde student is nog een notoire plakker ook.