Een reces wil ik het niet noemen, want ik blijf zitten waar ik zit en ik verroer me niet. Maar vanaf ongeveer nu tot in het nieuwe jaar zal ik uiterst summier zijn in het maken van aantekeningen. Er zijn traditioneel twee momenten waarop ik een dergelijke luwte invoeg: eentje rond de zomerzonnewende en eentje rond die van de winter. De laatste wordt altijd gekenmerkt door bespiegelingen van het minder vrolijke soort, maar dat zal zijn omdat de donkere dagen voor kerst nu eenmaal niet zo sprankelend zijn. Ik vermoed dat ik een lichte vorm van SAD heb, Season Induced Depression, maar dan wel heel erg licht. Ik ben namelijk nooit echt depressief. Die staat ken ik gelukkig niet van mezelf.
Evenwel is enige mentale behoedzaamheid op zijn plaats, zodat ik mij niet aan pessimistische gedachten overgeef. Dat is namelijk niet zo moeilijk rond deze tijd. Dus nu, aan het einde van dit jaar, constateer ik dat 2015 erg bewogen en gewelddadig was, maar wel net zoals elk jaar daarvoor dat ik bewust heb meegemaakt. Het hoort erbij; we ruiken tegenwoordig elke scheet die door de internationale spelers op het wereldtoneel gelaten wordt, dus het is waarschijnlijk ook niet zo dat de tijden erg veel roeriger zijn dan zeg maar 100 of 200 jaar geleden. Het verschil wordt gemaakt door de media, die zich in de laatste anderhalve eeuw in het algemeen en de laatste 30 jaar in het bijzonder erg breed hebben gemaakt. De oorlogen waarmee we nu op tv, in de krant of op internet om de oren geslagen worden, zijn wat mediadekking betreft de opvolgers van de Krim-oorlog van 1853. Die had – nu dus 162 jaar geleden – de twijfelachtige eer om als eerste conflict ruim te worden uitgemeten in de (inter)nationale pers. Daarmee zijn we nooit meer opgehouden. Er wordt, zo lijkt het, mee voorzien in een behoefte.
Mijn behoefte is het niet. Ik ga me voor een dag of veertien afzijdig houden van het wereldgeweld. Dat betekent: geen nieuws kijken, veel lezen (vooral fictie), films en series kijken, af en toe een tripje maken, veel slapen, wat klussen hier en daar en vooral veel relaxen. Enig geschrijf van betekenis zit er niet in, tenzij ik een literaire aanval krijg; wat niet waarschijnlijk is want die heb ik eigenlijk nog nooit gehad. Mijn aandachtspunt zal zijn om me niet te buiten te gaan aan het obligate kerstgeconsumeer, net zoals ik mijzelf dat elk jaar succesvol weet op te leggen. In die zin is de tijd rond de winterzonnewende toch bijzonder, want in de zomer ken ik nauwelijks beperkingen als het om de geneugten des levens gaat. Het is logisch. In dat seizoen is namelijk alles beter, lekkerder, bloter, bruiner en mooier. De zomer is wat mij betreft, in tegenstelling tot de winter, geen tijd voor matigheid.