Ik vraag het me wel vaker af hoe we deze planeet op de lange termijn leefbaar houden. Gisteravond keek ik voor de verandering weer eens een beetje tv en daar zag ik het” buitengewoon interessante VPRO-programma “De Achterkant Van Het Klimaat”, een op de Socratische methode gebaseerde discussie met een paar grote hotemetoten, onder leiding van Marcel Van Dam. Hij was kennelijk gevraagd om zijn oude formule van “De Achterkant Van Het Gelijk” weer eens van stal te halen en de milieudiscussie wat indringender te voeren met prominente opinie-leiders uit onze samenleving. De lijst van deelnemers was indrukwekkend. Een Captain of Industry, wat wetenschappers, NGO-leiders, een filosoof; het was een aardig intellectueel beslagen clubje dat daar zat.
Wie er ook bij zat was Ed Nijpels, oud VVD Kamerlid/minister/burgemeester” en als ik het goed heb ooit in de kamer opponent van de PvdA spreekmeester Marcel van Dam. De twee hebben eerder diametraal tegenover elkaar gestaan en nu verwachtte ik eigenlijk een soort mangelbeweging waarin de in mijn gedachten nog neoliberale Nijpels eens flink het vuur aan de schenen gelegd zou worden. Tenslotte is het de schuld van de ongebreidelde en onbelaste vervuiling van onze atmosfeer met fossiele verbrandingsproducten die voor een misschien wel onomkeerbare en catastrofale verandering van ons klimaat gaat zorgen. Daar kunnen we heel normaal over doen. En die Nijpels was toch altijd een onvervalste kampioen van de ondernemer en de industrieel… dacht ik. En dus schuldig.
Het bleek echter iets anders te liggen; beter, zou ik willen zeggen. Want ik bleek me toch vergist te hebben in die Ed Nijpels. Wat hij daar te berde bracht was namelijk onvervalste eco-retoriek, van een welhaast linkse signatuur. Nijpels wist alle issues te noemen die te maken hebben met de opwarming van ons klimaat: zeespiegelstijging, fossiele brandstofgebruikt, onbelaste vervuiling, te goedkope olie en gas, te dure eco-tech en ga zo maar door. En het mooie” was dat Nijpels het allemaal nog goed en uiterst zuiver kon vertellen ook. Hij was helder, oprecht en goed op de hoogte en hij probeerde niet – zoals die andere “entrepreneurs” plegen te doen – de werkelijkheid van onze heikele situatie te ontkennen. Allemaal zaken die ik niet had verwacht van” een VVD-er. Terwijl ik er naar keek hoopte ik vooral dat er veel VVD-Nijpels fans zouden kijken, want met een dergelijke marketing van het klimaatprobleem door zo’n coryfee zou het zelfs de middenstanders in Nederland wel eens kunnen gaan dagen dat er echt iets aan de hand is met onze planeet.
De duidelijke materiële expertise van Nijpels daargelaten; hij zei nog iets anders dat bij mij erg goed is blijven hangen. Er werd door één van de andere (dames) specialisten gesteld dat we binnen 20 jaar op volledige duurzame energie moeten draaien, omdat we anders met de opwarming van de aarde misschien wel over een onomkeerbare ecologische grenswaarde heen schieten. (Ik hoef hier niet meer uit te leggen hoe gaar de rapen dan zullen zijn.) Het antwoord van Nijpels daarop was geheel” instemmend en hij ging volledig mee in het oordeel van deze mevrouw, echter met één kanttekening. Hij zei dat de implementatie van het complete, noodzakelijk scala aan maatregelen, dat voor de redding van ons klimaat genomen moet worden” [met de huidige globale politieke verhoudingen] niet mogelijk is, zonder dat er een “verlicht despoot” aantreedt met” genoeg volmachten om de vereiste ingrepen er tegen alle particuliere belangen in door te drukken.
En daar heb je het dus. Nijpels heeft helaas gelijk. Hij stelde ook dat de opwarming van het klimaat effecten gaat hebben op vrijwel alle politieke niveaus wereldwijd en dat de wereld daarvan een stuk instabieler zal worden” dan nu al het geval is. Ook daarin heeft hij gelijk. Maar wat nu? Moeten we – om te overleven op deze planeet – ons wegbewegen van de democratie, om ervoor te zorgen dat zij die vinden dat het hun goed recht is om vlees te eten, benzine te verbranden, nepvoedsel te produceren en kolen te stoken, worden geneutraliseerd? Hoe langer ik er over nadenk hoe dichter ik naar een dergelijke gedachte beweeg. Wereldwijde democratie is leuk, maar het zal waarschijnlijk nodig zijn om wat het klimaat betreft heel erg dwingend op te gaan treden, met een sterke staat(smacht) die ervoor zorgt dat er geen zaken meer gebeuren die ons overleven in gevaar kunnen brengen. En dat geldt voor zowel de consumenten- als voor de producentenzijde van de economie.
Het zou toch wat zijn. Misschien denken de mensen over 200 jaar wel heel anders over ons wereldbestuur. Het zou kunnen dat tegen die tijd” een gevorderde vorm van despotisme heel normaal is, maar dan wel door” een” staat in plaats van – zoals nu het geval is – door de buiten de democratische controle opererende kapitalisten. Ik vind de” vraag ineens heel interessant. “Hoe veerkrachtig is de democratie onder de dreiging van een ecologische wereldramp?” Mijn achterkleinkinderen gaan het meemaken…