Door een maat word ik op een blogbericht onder de titel “De keus is aan de consument” van Aalt Dijkhuizen, de voorzitter van de Raad van Bestuur van Wageningen UR,” gewezen. Dit” artikel heeft een onderwerp dat in het centrum van mijn aandachtsfeer ligt, namelijk: voedselproductie in relatie tot een groeiende wereldbevolking. Het loont zich om dat ding eens goed te lezen en er rustig over na te denken. Het is een zeer leesbaar en recht door zee artikel en het lijkt goed te zijn doordacht. Maar ik zie dat toch anders. Er staan namelijk twee gigantische denkfouten in, die buitengewoon knap zijn verborgen.
Ik heb het artikel denk ik wel goed begrepen als ik het volgende interpreteer:
De” wereldbevolking” neemt snel toe en daarmee ook de behoefte aan voedsel. De druk die landbouw zal gaan leggen op de omgeving neemt daardoor ook toe. Wetenschappers hebben ondertussen aangetoond dat intensieve en hoogproductieve landbouw de kleinste ecologische voetstap heeft en daarom goed zou passen in een” wereld” waarin de ruimte steeds schaarser wordt. Deze ruimte is namelijk nodig voor de mensen zelf.
Het bovenstaande klopt als een zwerende vinger. Er is geen speld tussen te krijgen dat we met meer mensen op deze planeet zullen moeten leven en dat we allemaal iets te eten moeten hebben. Ook is het zeer gewenst dat we de dingen die we doen, doen met een zo klein mogelijke belasting van onze biotoop. So far so good. Maar als ik het artikeltje goed lees, dan zie ik het volgende:
“Met de toename van het aantal mensen kunnen we verder niet verwachten dat er evenredig veel landbouwgrond bij komt. We lopen nu al tegen de grenzen aan. Die extra mensen hebben allemaal ruimte nodig om te leven, te werken en te recreëren. De enige conclusie die je daarom kunt trekken is dat de productie per hectare (en per dier) hoe dan ook omhoog moet.”
Toen ik dat las ging bij mij even het licht uit. De enige conclusie die ik namelijk trek uit het hele verhaal is dat we moeten stoppen met vlees eten en niet moeten proberen de productie per dier omhoog te krikken. Het zelfde kan worden gezegd van meer van ons “noodzakelijke” voedsel. Want waarom denkt Dijkhuizen dat de enige conclusie zou moeten zijn dat we intensiever moeten gaan produceren? Het antwoord op die vraag is vrij” eenvoudig:” we zijn in dit land groot geworden met het idee dat we recht hebben op een stuk vlees…” elke” dag. Het is dus aantrekkelijk om te denken dat het eten van vlees – op de schaal waarop” we dat doen – een recht is dat in stand gehouden moet worden. Zo hebben we er meer. We eisen ook het recht op autorijden, roken, de hond zijn behoefte op straat laten doen en onbeperkte medische behandeling als we ziek zijn. En als we in de V.S. zouden leven, dan eisten we ook het recht om een wapen te dragen. Deze rechten noemen we niet voor niets “verworvenheden”. We zijn echt niet van plan om ze ooit op te geven. Totdat de omstandigheden ons dwingen.
Het is al aan het gebeuren. We mogen al lang niet meer overal roken waar we zin hebben. Vroeger keek ik er niet van op als ik iemand met een sigaret zag. Nu denk ik: “hee, wat een sukkel.…” Vooral als ik zelf degene ben die een sigaret opsteekt. We moeten ook de ontlasting van onze voedsel-tot-poep-omvormer – ook wel “hond” genoemd – opruimen en meenemen in een plastic zakje, zodat we het netjes kunnen laten verdwijnen. En het besef dat we niet meer tot het uiterste gaatje behandeld worden als we iets heftigs onder de leden hebben, groeit ook. Die rechten die we denken te hebben veranderen dus nogal eens. En er zit meer in de pijplijn. Over een jaar of 20 Ã 30 is het zo druk op de wegen, dat we niet meer zelf mogen rijden maar dat moeten overlaten aan de auto, die dat tegen die tijd veel beter en veiliger kan dan wijzelf. Het is dus niet heel erg” onvoorstelbaar” dat er een keer een tijd komt, dat de grondstoffendruk zo hoog wordt dat we ook niet meer zelf uit mogen maken of we wel of geen vlees (of vis) eten.
Ik weet dat er mensen zijn die geagiteerd uit hun stoel zijn gesprongen bij het lezen van de voorgaande zin. Toch is hij waar. Verworvenheden kunnen verdwijnen als sneeuw voor de zon, en na een paar generaties kraait er geen haan meer naar. Het is in dit land al vaker gebeurd; bijvoorbeeld met opium. Dat was ooit vrij te verkrijgen en het werd gretig gebruikt, onder andere door onze beroemde vaderlandse dichter Willem Bilderdijk (1756 – 1831), die daardoor regelmatig in uitzinnig gebral verviel en soms niet eens meer in staat was om een dubbeltje voor de tram uit zijn zak te krijgen. (Waarop de bestuurder verzuchtte: “En dat moet dan zo’n artiest wezen.…”) Opium is nu verboden en zelfs het gebruik ervan is strafbaar. Een meer recent voorbeeld betreft onze geliefde paddo, die je nu ook niet meer mag gebruiken en verder terug gaat het verdwijnen van cocaïne uit de receptuur van Coca-Cola. Ik kan me dus goed indenken dat het met vlees ook een keer die kant op gaat. We maken ons er nu heel erg druk om, maar onze achterkleinkinderen gaan dat echt niet goed begrijpen.
Nog even terug naar de noodzaak van intensieve” veehouderij. Die is er niet als we geen vlees meer eten. De hoeveelheid energie, het landbouwareaal ten behoeve van het veevoer en de enorme hoeveelheid water die wordt gebruikt om het te produceren, met welke methode” dan ook; dat alles is straks niet meer goed te praten. Vooral niet als we met meer dan 10 miljard mensen op deze planeet moeten overleven. Dat is dan ook het punt waar de “democratische” wil van het volk in deze kwestie geen bips meer zal uitmaken en het eten van vlees aan banden zal worden gelegd.*
Het is trouwens de vraag of het democratische bestel überhaupt zal gaan overleven bij een sterk” toenemende” wereldbevolking, maar die is van een andere orde (die overigens ook zeer interessant is). De wil van de mens op de straat wordt wel vaker genegeerd in het belang van de gemeenschap; daar kan zelfs het sterkste besef van zelfbeschikking niet tegenop. In dit licht zijn de ontwikkelingen in China buitengewoon boeiend. Daar hebben ze ook wel ideeën over efficiëntie. Ik speculeer misschien, maar ” het is waarschijnlijk ook veel” efficiënter” om” mensen” in intensieve productiebedrijven hun werk te laten doen; op minder vloeroppervlak en netjes samengepakt in mega-fabrieken of mega-kantoren. Daardoor gaat de output per vierkante meter voor al die “noodzakelijke” goederen en diensten ook fors omhoog. Voor wonen geldt hetzelfde. Het is veel” efficiënter” om iedereen in een torenflat te stoppen dan om VINEX-wijken te bouwen, waar ieder huis een eigen tuintje heeft. En kijken we ook even richting het oude Sovjet-rijk, dan krijgen we een nog beter beeld van hoe de grondstofdruk voor wonen verder omlaag gebracht kan worden: gaarkeukens en waskelders. Iedereen zijn eigen wasmachine en keuken is ook maar verspilling, toch?
Er staat wat mij betreft nóg een zeer storende zin in het artikel van Dijkhuizen, en dat is deze:
“De afweging tussen meer welzijn enerzijds of minder aanslag op grond en grondstoffen en minder uitstoot aan broeikasgassen anderzijds, moet iedereen voor zichzelf maken. Keuzevrijheid van mensen is een groot goed.”
Het is wat mij betreft grote onzin dat mensen zelf maar moeten uitmaken of ze via hun” consumptie” wel of geen rekening houden met het milieu. Die tijden zijn hopelijk snel voorbij. Keuzevrijheid is misschien dan wel een groot goed, maar niet zo groot dat je er de gemeenschap mee mag schaden. Laten we wel wezen, de mensen die nu nog beweren dat het helemaal cool is dat elke Amerikaan een wapen kan kopen worden nu (hopelijk) met de nek aangekeken; en terecht. Dat democratische “recht” op de keuze om een pistool aan te schaffen wordt nu ook zwaar betwijfeld, omdat het haaks staat op een veilige leeromgeving voor de Amerikaanse kinderen.
Er valt niet omheen te komen dat het volk niet erg” goochem” is. De” democraten” van het eerste uur, in het antieke Athene, hielden zich niet met profane zaken als werken bezig, maar met filosofie. Bovendien werden ze niet afgeleid door gefabriceerde opinies en behoeftes die vooral de kapitalisten dienden en niet de vrije burger. Die Atheners konden daarom beter geïnformeerde keuzes maken dan wij nu. Bij ons is dat namelijk radicaal anders!” De meerderheid van de bevolking is niet goed geïnformeerd, ongeacht het onderwerp. Daarnaast worden we doodgegooid met marketing, roddels en achterklap en ongegeneerde lariekoek, die we voor de waarheid aanzien. In werkelijkheid weten we uiteindelijk weinig tot niets; vooral niet als het om ons voedsel gaat. Van een “educated opinion” is dus helemaal geen sprake. En toch hebben we allemaal stemrecht. Hoe zit dat dan, meneer Dijkhuizen?
Wie nog meer wil lezen over” milieuvriendelijk” industriële” veehouderij, die het dierenbelang geheel buiten beschouwing laat, moet hier eens kijken.…
*) Voor” intensieve akkerbouw zijn er alternatieven voor landbouwgrond, bijvoorbeeld flats. Dat maakt leegstaande kantoren interessant voor “urban agriculture”; ofwel stedelijke landbouw. Dit wordt op verschillende plaatsen al zeer succesvol ingezet en het is een groeisector.” Een tweede kanttekening: wij zetten planten, als we ze zelf opeten,” efficiënter” om naar (ons eigen) vlees dan een koe dat voor ons kan doen. Als we dus allemaal vegetariër worden dan hebben we niet meer akkerbouwgrond nodig dan nu.…