Ik moet iets rechtzetten. En dat is mijn inzicht over de (on)mogelijkheid om een persoonlijkheid uit een brein te downloaden, op te slaan en weer te uploaden naar nieuwe hardware. Deze actie zou het welhaast oneindige leven voor een individu mogelijk moeten maken. Mijn idee dat het preserveren van een persoonlijkheid een onbereikbare illusie zou zijn heb ik eerder beschreven en komt neer op een obstructie door het Heisenberg onzekerheidsprincipe. In het kort: je kunt nooit alle staten van alle deeltjes binnen het brein meten, dus ook niet weten, dus ook niet reproduceren. Ergo: een breinstaat volledig kopiëren naar een andere plek, zoals een netwerk, een nieuw gekweekt biologisch brein of een stuk ijzer, is dan ook niet mogelijk.
Ik denk dat ik daar dus naast zat en als ik Ray Kurzweil wat beter lees weet ik ook waarom. Mijn breinstaat over een minuut of tien is ook anders dan die van nu. Toch ben ik dan nog dezelfde persoon met dezelfde herinneringen en eigenaardigheden. Mijn ego is straks dezelfde als nu, toch is er in mijn hoofd wel wat veranderd op het niveau van de elementaire deeltjes waaruit het bestaat.
Ofwel, voor een exacte kopie van mijzelf is geen nauwkeurige representatie van mijn breinhardware op het allerlaagste niveau vereist. Dus als ik een kopie van mijn breinstaat zou kunnen maken die niet is strijd is met Heisenbergs onzekerheidsprincipe, dan zou ik ook mijn persoonlijkheid op een ander substraat moeten kunnen laten draaien.
Een geinige uitdaging van existentiële aard is dan nog wat ik zou moeten doen met het origineel. Eén van “mij” is meer dan genoeg. Ik heb al een fysieke kloon van mezelf, die gelukkig beschikt over een eigen op maat gemaakte ego en dat is al inspannend genoeg. Een aan mij identieke persoonlijkheid gaat zelfs mij een paar bruggen te ver.
Extra aantekening: De beschrijving van het brein dat we nodig hebben voor het eeuwige leven is om meerdere redenen buitengemeen interessant leesvoer.