Wat is de overeenkomst tussen filosofie, de dood en het politieke metier van de retorica in Washington (en overal anders).…? De geroutineerde lezer weet dit waarschijnlijk al. Maar het antwoord is: Thomas Cathcart en Daniel Klein. Waarom? Omdat zij over deze onderwerpen een tweetal hilarische boekjes hebben geschreven, die van hun momentele serie een trilogietje maken. Dat eerste dingetje heb ik hier al eens aangeprezen en dat zou ik met de twee hier toch ook van ganser harte willen doen.
Een voorbeeld van hoe deze twee lolbroeken met de dood omgaan komt uit het eerste boek: Heidegger and a Hippo walk through those pearly gates.…
Op een dag sterft Ole plotseling aan een hartaanval. Zijn weduwe, met wie hij bijna 30 jaar getrouwd was, gaat naar de krant om een overlijdensadvertentie te plaatsen. Ze zegt tegen de balie medewerker: “Mijn man is dood en ik wil dat in de krant zetten. Kunt u voor mij de tekst ‘Ole is dood’ plaatsen?” Enigszins verbaasd over de hartvochtigheid van de dame, zegt de man tegen de weduwe: “Natuurlijk kan ik dat doen, maar dit is wel een heel korte tekst. De eerste 6 woorden zijn gratis. Wilt u misschien iets meer kwijt?” “Oké, nu u het zegt…” geeft ze twijfelend toe. “Doet u dan maar: ‘Ole is dood, boot te koop’…”
Het leuke is dat C&K op een zeer inzichtelijke manier laten zien hoe wij als denkende mensen een voortreffelijke illusie kunnen bewaren om onze angst voor de dood te pareren. En dat doen ze, net als in hun eerste boek over filosofie, op een zeer humoristische wijze. Daarnaast kom je ook wat meer te weten over de culturele en filosofische trucjes die in ons bestaan zijn – en worden – toegepast om in ieder geval virtueel onsterfelijk te worden.
Aanrader twee: Aristotle and an Aardvark go to Washington. Dit boekje gaat over de retoriek van het – merendeel – hedendaagse politieke bedrijf in de U.S.A.. Dat maakt het echter in het geheel niet oninteressant voor ons, omdat de technieken die worden gebruikt om de grootst mogelijke onzin aan een breed publiek als waarheid te verkopen, bijna universeel zijn. Die gelden niet alleen in de U.S.A., maar ook hier en waarschijnlijk op alle andere bewoonbare planeten in dit universum. Ergo: geneuzel is universeel!
Voor hen die het eerste boek van C&K gelezen hebben en het zelfde kaliber humor verwachten, heb ik nog wel een kleine waarschuwing: die twee bejaarde hooggeleerde heren zijn natuurlijk wel erg lollig voor hun maat schoenen, maar op een gegeven moment is de rek er wel uit. Ik heb zelf deze boekjes vlak achter elkaar gelezen – en eentje zelfs nog niet eens helemaal omdat er iets veel interessanters tussen gekomen is – maar misschien is het een idee om het wat te spreiden. Zo dicht op elkaar wordt wel duidelijk dat de grappenmakerij beperkt is en niet veel van vorm verandert. En dat valt me van deze woordkunstenaars wel een beetje tegen, moet ik toegeven. Anderzijds zijn de opgenomen moppen wel heel erg leuk, zij het in deze twee exemplaren niet zo talrijk als in het eerste boek “Plato and a Platypus walk into a bar…”
Dit keer geen aanrader voor de vakantie, maar misschien doet deze lectuur het goed op het nachtkastje, of voor de geconstipeerden onder ons op de W.C., maar de moeite waard zijn deze boekjes zeker. Al was het alleen maar omdat je wat meer leert over filosofie zonder dat je met een filosoof hoeft te praten. En ik kan je uit volle overtuiging verzekeren: Dat is een voordeel!