Ik lees bij Ray Kurztweil dat het intelligentieniveau dat een computer nu ongeveer kan halen, dat van een 4‑jarig kind is, lijdend aan een” ontwikkelingsachterstand. Ik vind dat toch mooi gesteld. Als wetenschapsliefhebber vraag ik me dan gelijk af hoe dat wordt gemeten en hoe ze dan komen tot een indicatie die een leeftijd én een achterstand vaststelt. Waarom niet gewoon een paar jaartjes lager schatten?
Volgens mij is het antwoord “common sense” ofwel boeren verstand. Tot voor kort hadden computers dat niet. Maar als je nu aan de Concept4 gaat meten dan kom je dus uit op het niveau van een mentaal uitgedaagd kind. Dat is al heel wat, want toen ik in de tak van sport die ICT heet verzeild raakte, was het hoogste niveau van de zwaarste machine ongeveer dat van een dronken bromvlieg. In de 25 jaar die ondertussen zijn verstreken is dat dus behoorlijk opgekrikt. Er zit nogal een afstand tussen een bromvlieg en een 4‑jarig kind; hoe getroebleerd dan ook.
De handigheid van een kind neemt toe naarmate het meer interactie met zijn omgeving heeft. Het trekt aan een tafellaken en alles klettert van tafel af. Het geeft een ruk aan de staart van een kat en het krijgt een haal met een uitgeslagen klauw. Het kind leert van zijn omgeving wat het wel en niet moet doen. Daarin zit als ik het goed heb het grootste verschil met Concept4. Die leert op een andere manier andere zaken die veel formeler zijn dan wat wij op jonge leeftijd leren. Ik denk dat de eerste inspanning van de makers van sterke AI zal zijn om deze situatie te gaan nabootsen. Een logisch huwelijk zou dat tussen een krachtige computer en een op een mensenkind” geïnspireerde” robot zijn, die aan” tafellakens” en” kattenstaarten” gaat trekken.
De zin van dit alles is meerledig. In ieder geval is het formele bewijs dat met een synthetische en op menselijk niveau intelligente entiteit wordt geleverd belangrijk: namelijk dat wij als soort echt geworteld zijn in de fysieke werkelijkheid en dat we niet” uniek” zijn. Als bijvangst is god dan ook gelijk het zwijgen opgelegd en voorgoed verbannen naar het sprookjesbos. Een ander ding is dat we met onze toenemende vergrijzende bevolking – om maar een voorbeeld te noemen – ook in toenemende mate afhankelijk zullen zijn van niet menselijke maar intelligente” dienstverleners. Dat is geen triviale zaak maar eentje van levensbelang. En als ik er langer over nadenk dan wordt het spectrum alleen maar breder. Onderwijs kan ook wel wat extra handjes gebruiken.
Ik ben tevreden over de vorderingen die M.I.T. heeft gemaakt. De vaart der volkeren gaat de kant op die ik verwacht en bemoedigend vind. Het gaat alleen iets sneller dan ik had voorzien, maar dat is logisch. Ik ben geen futuroloog van enige betekenis.