Bijna met tranen in mijn ogen moest ik vorige week op het nieuws zien hoe een stelletje barbaren een door de UNESCO beschermd eeuwenoud cultuurmonument met de grond gelijk maakte. In Mali worden op dit moment de heiligdommen in de historische stad Timboektoe met bijna chirurgische precisie van de aardbodem verwijderd. Tempels, grafmonumenten en zelfs moskeeën (!) zijn niet veilig voor de moderne beeldenstormers van “Aquim”, een Malinese tak van Al Qaïda.
Alles gaat plat, alles wordt vernietigd. En er is geen hond die er iets aan kan doen. Evenals ’s werelds oudste Boeddhabeelden die ooit in Bamiyan, Afghanistan stonden – voordat de Taliban ze opblies – moet het oude Timboektoe nu lijden onder de gewelddadige hand van die achterlijke moslim-terroristen.
Zo kunnen ze weer trots zijn op zichzelf, die jongens van de stoffige baard. Ze hebben mogelijk op de meest negatieve manier die er bestaat de aandacht getrokken. Als we nu weer ergens goed van doordrongen zijn, dan is het wel het idee dat die middeleeuwse zandhazen – die HELAAS toch in onze tijd leven – geen enkel respect hebben voor wat dan ook, uitgezonderd misschien voor die zielige bekrompen flut-ideetjes die rondzoemen in hun zielige kleine flut-hersentjes. Als ze die hebben tenminste, die hersentjes, want daar ziet het niet naar uit.
Vandaag vraagt iemand zich in de Volkskrant af waarom onze moslimbroeders zich niet en masse tegen hun extremistische geloofsgenoten keren en waarom de radicale stemmen ook hier in de moskee’s steeds luider worden. Waarom staan er – zo stelt” Ibrahim Wijbenga (VK 9–7‑2012) – op onze dam in Amsterdam vier van die halfgare extremisten (mijn toevoeging) te pleiten voor de sharia in Nederland? Schamen die mensen zich dan echt helemaal nergens voor? Hebben ze niet door wat ze over de andere moslim afroepen met hun tenhemelschreiende waanzin? Waarom doen die moslim zelf niets tegen die nestbevuiling?
Het zal wel met de crisis te maken hebben, denk ik dan. Wij weten al heel lang dat er een sterk verband is tussen populisme, neo-fascisme en crisis. Waarom dan ook niet tussen crisis, Al-Qaïda en de sharia? Niet dat ze daar in Mali of Afghanistan ooit een vlieg dood te drukken hadden, dus de kwalificatie “crisis” is relatief. Maar jammer genoeg volstaat geprojecteerde ellende uitstekend voor propagandadoeleinden. Die hoeft niet echt te zijn. Een moslim-extremist hoeft maar te verwijzen naar gepercipieerde ellende op een willekeurige plek op de wereld om legitiem radicaal te worden – denkt hij. En die ellende kan ook nog eens volledig uit de lucht gegrepen zijn. Voorbeeld: het verloederende godsbesef op de wereld.
Als je het mij vraagt dan is er maar één echt prominente verloedering aan de hand, die voor de hele wereld zichtbaar is en dat is de toenemende regressie in moslimkringen. Dat komt voorlopig ook niet meer goed. Het zingt overal rond:
Moslims worden in toenemende mate gezien als theocratische extremisten, die te vuur en te zwaard bestreden moeten worden. Je wilt ze in ieder geval niet in je eigen land hebben. Ze blijken vooral heel erg gevaarlijk te zijn, omdat ze geen enkel respect voor het leven van anderen tonen; en voor dat van zichzelf trouwens ook niet. Het zijn gewoon slechte en verwerpelijke mensen.”
Einde populistisch citaat uit de mediabubbel. En wat doen de gematigde, “normale” moslims, die net zo goed, slecht of gelovig zijn als de gemiddelde Nederlander? Die laten dit allemaal maar gebeuren. Zo worden ze steeds verder meegesleept in een imago dat eigenlijk niet het hunne is.
Het vernietigen van cultureel erfgoed is een intensiteitsverhoging in barbarisme. Hitler deed dat ook, zij het met de boeken die door zijn joodse landgenoten geschreven werden. Ik heb lang geleden één van zijn sidekicks op film zien zeggen: “Wenn ich dass Wort Kultur höre, dan ziehe ich meinen Revolver…!”* Het is iets dat bij fascisten hoort en het maakt gelijk duidelijk onder welke noemer dat ongedierte van Al Qaïda geclassificeerd dient te worden. En het wijst hen hun plaats: de vuilnisbelt van de geschiedenis.
*) Deze uitspraak wordt – volgens mij onterecht – toegeschreven aan Joseph Göbbels. Ik dacht dat het Ernst Röhm was, die in 1934 werd gedwongen zichzelf een extra kontgat in zijn hoofd te schieten. Dat krijg je er nou van.