Het is toch wat. Twee jaar geleden al werd in het nieuws het Volendamse drugsgebruik breed uitgemeten en was de verbazing over de omvang ervan groot. Ook nu weer, want de Volkskrant van vandaag meldt het nog maar eens een keer. Volendam, dat degelijke christelijke bolwerk van vissers, paling en woonwagenkampmuziek, waar de mensen op zondag geen stap buiten de deur mogen zetten van god himself, dompelt zichzelf in de weekeinden altijd nog onder in de hard-dope.
De cijfers zijn inderdaad schokkend. In Volendam wordt de meeste cocaïne en XTC gebruikt van heel Nederland en het bezet Europees gezien zelfs de derde plaats. Dit blijkt uit afvalwatermetingen aan de stedelijke hoofdriolen. Dat is dus heel veel; meer dus ook dan in de Randstad, dus ook meer dan in Amsterdam. Practisch komt het in dat vissersdorp neer op één lijntje coke op de 40 inwoners per dag. Het wordt nog mooier: dat is zelfs meer dan wat er in Londen en Parijs geconsumeerd wordt. Als ik zo’n cijfer zie dan denk ik dat ik Volendam voortaan maar moet mijden, want echt relaxed kunnen ze daar niet meer zijn. Tenzij de coffeeshops nog betere zaken doen natuurlijk.
Anderzijds, als ik een keer echt los wil gaan moet ik dus naar Volendam. Niet voor de paling maar voor het klaarblijkelijke goed georganiseerde netwerk van coke-dealers. Ik bedoel, zo veel coke en XTC aanvoeren moet een logistieke nachtmerrie zijn. Zeker omdat Volendam zo hoog opgeeft over de sancties die zij uitdeelt aan iedereen die ook maar met een grammetje dope gesnapt wordt. Het lijkt er op dat de enclave van god nog geen honden heeft aangeschaft die de invalswegen met een drugsgevoelige neus bewaken. Ware dat zo geweest, dan had Volendam wel wat meer succes gehad met haar intentie om het harddrugsgebruik terug te dringen.
Die arme Volendammers. Ze zitten zo onder het juk van hun imaginaire vriendje dat ze alleen nog maar aan de verdovende middelen kunnen gaan. Ik begrijp ze eigenlijk wel. Ik hoop alleen wel dat ze voorzichtig zijn, want je weet maar nooit wat er ook nog eens aan boord van al die vissersscheepjes gebruikt wordt. Dat kun je namelijk niet aan het Volendamse riool meten, zoals voor de bovenstaande statistieken wel gedaan is. Ik vrees dat die palingvissers in het echt nog harder uit de bocht vliegen dan we nu al denken.