Ik laat me niet gek maken door een bericht in de media dat zegt “China ligt op koers om tegen het jaar 2020 de beschikking te hebben over een modern militair apparaat.” En de reden daarvoor is een reeks aan andere berichten die in de afgelopen jaren tot ons doordrongen – met als onderwerp de vele zeperds die in dat enorme land gemaakt worden bij de ontwikkeling van nieuwe technologie.
Er zijn echter wel degelijk partijen die toenemend nerveus worden. Het Pentagon bijvoorbeeld. Volgens haar is China “…onder meer bezig met de ontwikkeling van een modern gevechtsvliegtuig, een vliegdekschip en raketten die satellieten kunnen raken.…”
Tja, dat zou allemaal best waar kunnen zijn, maar er is ook een andere kant. Het lijkt er eerder op dat het Pentagon een nieuwe focus zoekt voor haar Militair-Industriële Complex, want de trouwe vijanden van weleer zijn niet meer wat ze geweest zijn.
De Russen en hun Warschaupact kornuiten bijvoorbeeld, zijn als militaire macht niet interessant meer. Want voordat Moskou weer een bedreiging van betekenis vormt zijn we wel een jaar of 10 verder. Als we de vervuiling van de poolzee – door hun wegrottende nucleaire onderzeeërs met hun reactoren nog aan boord – niet meetellen tenminste. En de “War on Terror” richt zich vooral tegen de met Kalasjnikovs en bermbommen bewapende geitenhoeders. Dat legitimeert dus ook geen groots en duur opgezette onderzoeks- en ontwikkeltrajecten voor de broeders in de wapenindustrie. En een invasie door Aliens – ofschoon degelijk geanalyseerd – laat waarschijnlijk ook te lang op zich wachten om een business-case waterdicht te krijgen.
“Dan maar de Chinezen”, moeten ze daar in de V.S. gedacht hebben, want er moet natuurlijk brood op de plank. En als vanouds stoppen “the powers that be” hun financiële stimuli dan niet in onderwijs of gratis gezondheidszorg voor het Amerikaanse klootjesvolk, maar in wapentuig en lucratieve defensiecontracten.
Ik vermoed dat ze er bij het Pentagon voorlopig nog wel een makkie aan gaan hebben. De berichten over de falende technologie in China blijven de wereld instromen – en dit ondanks een sterke censuurzucht van de overheid. Om er een paar te noemen: Hoge snelheids-treinen klappen op elkaar of lopen uit hun spoor. Een zelfontwikkelde straaljager wil maar niet van de grond komen – letterlijk. Industrieën doen dat dan weer wel, zij het onbedoeld en met een ferme explosie. En ook de ruimtevaart is nog niet echt van een dusdanige kwaliteit dat er met de regelmaat van een klok succesvolle lanceringen gemeld kunnen worden. Ik houd het hier bij een zeer beperkte selectie, want er is ongetwijfeld veel meer. Waarschijnlijk is ook de Chinese censuur effectiever dan ik zou willen, dus er gaat meer fout dan er in de vrije media bekend wordt. Hoe het ook zij; het komt er in het kort op neer dat het niet echt soepel gaat allemaal, daar in China.
Het probleem schijnt te zijn dat alles erg snel moet bij onze vrinden uit het oosten. Er wordt eerst grondig gesnaaid en gestolen om technologie na te kunnen maken, waarna het vervolgens op eigen kracht verder ontwikkeld wordt. (Dat hebben we met Japan eerder gezien trouwens). Maar dan lijkt het toch mis te gaan. Ontwikkeling, tests en herontwikkeling gaan te kort door de bocht omwille van snelheid en onafhankelijkheid – van de westerse wereld, wel te verstaan. Daarbij worden cruciale zaken uit het oog verloren, zoals degelijke testtrajecten en uitgebreide en realistische evaluaties. Ook helpt de corrupte civiele infrastructuur niet mee, die eerlijkheid en doorzichtigheid als eerste laten sneuvelen. Alles bij elkaar heeft dat weer als gevolg dat er veel ongelukken gebeuren en er veel doden vallen.
Een terzijde in dat verband: ik ben er niet van overtuigd dat een leven in China net zo kostbaar is als hier. Iedereen die wel eens in Oost-Azië geweest is, kan dit waarschijnlijk beamen.
Dus moeten we ons zorgen gaan maken over de bewapening van China? Ik geloof er persoonlijk niets van, maar dat is een mening. Ze hebben in China sinds kort de beschikking over een eigen vliegdekschip, dat ze hebben overgenomen uit de failliete boedel van de Sovjet marine. Het is alleen nog niet gevechtsklaar. En met de Chinese baanstatistieken in mijn achterhoofd zie ik dat misschien wel snel, maar niet degelijk gebeuren. Bovendien, als ze van hun bemande raketten niet eens weten welke kant ze na de lancering op vliegen, dan duurt het misschien nog wel even voordat ze het lef krijgen om iets met een explosieve payload van een schip af te vuren. Het zou toch een kostelijk beeld zijn: bibberende technici die in Peking onder een tafel zitten. (Het voorgaande is een gedachte die niet door de werkelijkheid wordt ondersteund, helaas. Peking heeft namelijk al lang ballistische raketten voor de midden- en lange afstand.)
Eén ding staat als een paal boven water: China wordt groot en machtig. Ze hebben het echter niet nodig om hun slagkracht uit bewapening te halen, want hun economie zorgt in dat opzicht voor voldoende volume. Maar het is wel mooi meegenomen dat ze zich breed kunnen maken rond de Chinese zee. Althans, voor henzelf dan, want Korea, Japan, Indonesië en de andere kust-landen in de Zuid-Oost Aziatische regio denken daar waarschijnlijk heel anders over. Wat voor Europa op termijn echter wel een puntje van aandacht wordt, is de verhoudingen tussen China en Rusland over een aantal jaren. Die twee hebben eerder een wat gespannen relatie gehad, en daar zit de wereld niet nog een keer op te wachten.
Een laatste opmerking voor de eventuele avonturier: het is zinloos om in navolging van de nep-IKEA’s en de nep Apple-Stores in China ook nog eens een nep Kalasjnikov fabriek neer te willen zetten. Die staat er namelijk al. En de kwaliteit van het product is beter dan die van het Russische origineel.