Afgelopen zondag begon mijn vader (1939) er maar weer eens over: de beste snelwegen in Duitsland zijn nog steeds die van Hitler. Gemaakt van beton en onverwoestbaar. Het is dat die ouwe al jaren zijn Trek van hier naar zijn geboortedorp in Italië en terug al lang niet meer per auto maakt, anders had hij beter geweten. De laatste stukken Hitlerbeton zijn eindelijk weg. Mijn ervaring ermee – op het stukje tussen Karlsruhe en Basel – is dat het getonk van die betonplaten uiterst irritant en verontrustend was en dat de vers aangelegde moderne asfaltwegen minstens tien keer beter te berijden zijn.
Het verhaal van de Hitler-snelwegen, iets waarvoor die narcistische massamoordenaar volgens veel commentatoren toch wel credits zou moeten hebben, is niet de enige halfware illusie die bij veel mensen van de rond-oorlogse generatie hardnekkig aan de oppervlakte blijft komen. Die snelwegen waren al lang gepland en ontworpen voordat Hitler ze liet uitvoeren. Daarnaast is het ook nog eens zo dat die dingen instrumenteel waren in de oorlogslogistiek die heel Europa en half Rusland in brand heeft gezet. Dus of we nou zo positief moeten zijn over die snelwegen en de rol van Hitler in hun ontstaan, is nog maar de vraag.
Over Mussolini doen vergelijkbare verhalen de ronde. Hij heeft de Italianen hun pensioen gegeven, de kinderbijslag, een bijna 0% werkeloosheid en hij maakte een einde aan de Maffia. Vooral dat geld deed het goed bij de Italianen; geld waarvoor ze niet hoefden te werken.
De geschiedenis herhaalt zich. Wederom wordt Italië effectief gepaaid door een politiek uiterst twijfelachtige bende die als ware Befana’s (de Italiaanse equivalent van Sinterklaas) met gratis geld aan het strooien zijn. De Italiaanse pensioenleeftijd gaat omlaag waar deze in bijna heel Europa en in Rusland juist omhoog gaat om een en ander betaalbaar te houden en er komt een basisloon van €780,- voor elke werkgeschikte Italiaan die geen betaald werk kan vinden. De Italianen zijn weer eens blij. De rechts-populistische regering – die deze sigaren uit de doos van de toekomstige generaties Italianen gul en onbeheerst uitdeelt – is ongekend populair: ze wordt door 2/3 van de Italianen gesteund.
Ondertussen hebben wij in het grote-mensen-Europa weinig in de gaten van de aankomende crisistrekker die Italië heet. We worden vooral doodgegooid met de Brexit-perikelen die dagelijks voor veel (leed)vermaak over die maffe Britten zorgen. Het werkt als een goede bliksemafleider. We vragen ons allemaal af hoe het na april 2019 verder zal gaan met Engeland terwijl je eigenlijk niet veel hoort over Italië. Toch is de situatie daar levensgevaarlijk voor Europa en zou iedereen zich grote zorgen moeten maken; vooral zij die geld hebben en die dat in een financiële crisis in één keer kunnen kwijtraken.
De eerste slachtoffers vallen straks in Italië zelf, dus wat moeten we eigenlijk treuren? De huidige regering met haar roekeloze sinteklazerij is tenslotte precies wat ze daar willen, zij het in weerwil van de Brusselse bureaucratie die de bui al lang ziet hangen. De Italianen hoor je niet, die neuriën hooguit dat susliedje waarmee ze zichzelf al zo lang onwetend houden… “Che sara, sara.…” Waarschijnlijk zingen ze dat nog als ze collectief het grote zwarte gat in zinken waarin Griekenland ze voor ging.
Update 20-12-2018: De federale roep is toch sterker dan het ItaloPopulisme. Dat blijkt uit het onderstaande artikel in De Volkskrant van vandaag.…