Het Hollywood-gehalte van de dierlijke sekswereld is hoger dan je denkt, denk ik wel eens. Maar zeer als een verrassing komt het niet dat Bonobovrouwtjes het volume van hun gegil aanpassen als ze seks hebben met hooggeplaatste soortgenoten. De vrouwtjesapen gillen heftiger als hun spondegenoot een hogere rang heeft binnen hun groep dan zij zelf.
Zie je het voor je? Maar het wordt beter: dit blijkt zowel te gelden voor hun contacten met mannetjes als voor hun ‘vriendschappelijke’ vrijpartijen met andere vrouwtjes.
Interessant hier is dat die Bonobo’s ook biseksueel zijn en dat homoseksualiteit dus niet onnatuurlijk is. Voor velen zal dit een eyeopener zijn. Voor mij niet. Ik zie onze eigen driften en de draai die we eraan geven in al die expliciete (kunst)uitingen als een direct gevolg van onze “natuurlijkheid” – of zoiets. Het kan geen toeval zijn dat we twee dingen verschrikkelijk graag doen en dat die er speciaal voor zijn om onszelf als soort te behouden: eten en seks.En als we daarbij nog een sociaal structuurtje kunnen opzetten is dat mooi meegenomen. Dat is handig als je met meerdere individuen moet samen(over)leven. Bonobo’s weten dat kennelijk ook. Die zijn een soort van “sapiens”, net zoals wij.
Nu is het wachten op de sociaalwetenschappelijke meetlat die kan laten zien wat het menselijke gegil eigenlijk te betekenen heeft in het licht van die rang-indicatie. Dat mag dan ook best grondig worden uitgeplozen, vind ik. En ik maak me sterk dat die observaties interessanter zijn dan bij Bonobo’s – maar ik ben dan ook eerder sociaalwetenschappelijk gelieerd, en zeker geen bioloog.
Ik zocht, nu ik er toch over nadenk, nog een goed onderwerp voor een promotie.….