Internaatziekte. Ik had er nooit van gehoord, maar het is de term voor homofilie die ooit door de inmiddels overleden Bisschop Gijsen werd bedacht. Er is al enige dagen veel commotie over die Gijsen en ik was nog niet op het idee gekomen om er echt over na te denken, totdat ik deze morgen door mijn ochtendkrant op iets gewezen werd. Namelijk dat Gijsen zelf homo was en dat zijn bevechting ervan – te vuur en te zwaard, als je de overleveringen moet geloven – eigenlijk een soort “uit de kast komen” was, maar dan precies andersom.
Het klinkt wat ingewikkeld, maar eigenlijk is het vrij eenvoudig. Het lijkt er op dat Gijsen de homoseksualiteit in hemzelf probeerde te bestrijden door het in het openbaar zo heftig te vervolgen. Het werkte als een goede bliksemafleider, want ik denk niet dat er anderen dan zijn slachtoffers geweten hebben van zijn dispositie. Behalve misschien een paar stiekeme reisgenoten die zijn voorkeur vrijwillig deelden. Zijn slachtoffers daarentegen wisten natuurlijk precies dat Gijsen een homo was, alleen konden ze daarover niet naar buiten komen.
Het geeft een leuke inkijk in de beweegredenen van iemand die eigenlijk een soort zelfkastijding wil, maar in plaats daarvan anderen de karwats geeft. Ik vraag me direct af of dat wel zo uniek is. En natuurlijk kom ik tot de conclusie dat dit niet zo kan zijn. Ofwel: de grootste bestrijders van corruptie in China bijvoorbeeld zijn zelf zo corrupt als de neten. De braafste christendemocratische stemmers in Italië zijn de maffiosi die met drugshandel de grootste winsten maken. De meest rabiate propagandisten voor huwelijkstrouw onder de Amerikaanse tv-evangelisten zijn de grootste scheve-schaats-rijders. En wie weet waren de actiefste grootinquisiteurs in de late middeleeuwen eigenlijk de ergste ketters. Ik maak me sterk dat ik zo nog uren kan doorgaan.
De moraal van dit korte verhaal is, dat ik hen die zich publiek haast schuimbekkend inzetten voor hun opdringerige rechtschapenheid, moet wantrouwen. Zij zouden” zelf” wel eens de grootste boosdoeners kunnen zijn; aan hun eigen moraal afgemeten natuurlijk. Want net zoals het geval Gijsen is dat een kwestie van referentie als het om zijn homoseksualiteit gaat. Hij had gerust openlijk homo kunnen zijn en daarmee een mooie trend kunnen zetten. Zijn misbruik is echter op geen enkele manier recht te kletsen. Dus wat leer ik hier weer eens van? Dat een sterke morele zendingsdrang misschien de indicatie is van een navenante neiging om juist de regels te betwijfelen – of ze zelfs te breken. Dus ook de moslims die het zo belangrijk vinden om hun vrouwen te sluieren zijn misschien wel de ergste seksmaniakken. Maar daar had ik al eens eerder iets over gezegd.…