Het blijft een rare gedachte: een effectieve staat voeren terwijl je aan alle kanten probeert de financiering ervan te torpederen. Zo waait de wind in de V.S. al heel lang en zo gaat hij binnenkort onder de Debiel van Dienst Donald Trump nog een tikkie harder waaien.
De rationale is simpel. In de V.S. heerst het idee dat de staat zo klein mogelijk moet zijn en zo weinig mogelijk geld moet kosten. Tegelijkertijd groeit het laatste decennium uiterst rap een veiligheidsbesef dat er voor zorgt dat de V.S. een soort bunker op deze planeet is geworden, waar een gewelddadige terrorist niet meer zomaar naar binnen komt. (Dat het hele land al lang vol zit met tot de tanden gewapende burgers die op elk moment uit hun dak kunnen gaan om een schoolgebouw leeg te schieten, doet er even niet toe.) Als je dan bedenkt dat ze daar nog die peperdure sociale werkplaats die het “Militair Industriële Complex” heet hebben, dan kun je de bui al voelen hangen. In Amerika ligt de financiële focus op het repressieve agressieapparaat. Ondertussen verloedert het land en zakt het qua staat van onderhoud weg tot het niveau van de voormalige Sovjet-Unie.
De gedachte van de kleine staat – een domme en ineffectieve gedachte in een toenemend complexe en globale samenleving – is vooral gunstig voor de rijke en vermogende Amerikaan, die goed voor zichzelf kan zorgen. De middenklasse wordt steeds kleiner en is steeds minder goed in staat om haar broek op te houden; zelfs met meerdere baantjes per werkende volwassene. Zij zijn dus afhankelijker dan de rijke Amerikaan van een goed opererende staat die zorgt voor een sociaal vangnet en een goedwerkende civiele infrastructuur. En laat ik een kustbescherming die orkaanbestendig is niet vergeten. Evenwel, als de belastingen in Amerika nog verder omlaag gaan en daardoor de staatsfinanciering nog verder onder druk komt te staan, dan vraag ik me af hoe lang ze het daar nog gaan rondbreien. Je zou toch verwachten dat het in de V.S. een keertje zo gigantisch misgaat dat er een desastreuze cascade ontstaat, die het land voor een lange tijd in het donker zet. De recente overstromingen zijn een helder voorteken.
De staat van onderhoud van de Amerikaanse kerncentrales zou wel eens een belangrijke trigger kunnen zijn. Uit “efficiency-overwegingen” zijn die namelijk volledig geprivatiseerd en ligt de technische verantwoordelijkheid bij de particuliere eigenaren. De staat doet hier niet aan mee. Het probleem is echter dat die dingen door bezuinigingen op het onderhoud in bijzonder slechte staat verkeren en dus op elk moment een probleem in de orde van grootte van Fukushima/Chernobyl kunnen veroorzaken – met de Amerikaanse belastingbetaler als direct slachtoffer.
Tekenend bij dit alles is de desinteresse die in de V.S. lijkt te heersen als het om het volkswelzijn gaat, want de rekensom is heel eenvoudig: hoe meer belastingen er geheven worden, hoe meer de staat kan doen en dus hoe groter het profijt voor de doorsnee burger is. Hier werkt dat in ieder geval wel zo. Als het doel is om belastingen zo veel mogelijk te beperken – en dat is het in de V.S. al eeuwenlang – zonder daarbij na te denken over de gevolgen die dit voor een land heeft, dan is dat niets anders dan apert egoïsme. Samen met een uiterst lakse attitude wat betreft het milieu kan dat niet anders dan uitmonden in een ramp die heel veel mensen het leven gaat kosten en dat zullen geen levens van rijke Amerikanen zijn.