Het is maart 2019 en het land staat aan de vooravond van een bestuurlijke clusterfuck. Het gemene volk heeft het startschot gegeven voor de verkiezing van een senaat dat bol staat van het populisme. Is dat een probleem? Ja, want onze Eerste Kamer der Staten Generaal zou eigenlijk niet al te politiek moeten zijn om haar taak als toetsend instituut goed te kunnen uitvoeren. Politiek hoort vooral in de Tweede Kamer thuis.
Onze falende democratie wordt met de dag duidelijker. Ik zou kunnen uitweiden over het waarom ervan en mijn ondertussen sterk groeiende anti-democratische sentiment. Laat ik dat niet doen. Ik ben geen anti-democraat en wil het ook niet worden. Wel zie ik gerommel bij een electoraat dat onbekwaam, ongeïnformeerd en onbetrokken is. Het probleem dat daaruit ontstaat vormt nu de grootste partij in de Eerste Kamer, met aan het ideologische roer een politicus die wel veel scheert maar weinig wol produceert.
Baudet heeft gewonnen. Zijn overwinningsrede beloofde niet veel goeds. Inhoudelijk schurkte deze dicht tegen het fantasierijke en waarheidsvrije wereldbeeld van Trump aan, qua retoriek en het aanpalende gesticuleren is Baudets erflater een stuk minder onschuldig. Zijn fysieke allusie gaat terug naar het Duitsland van de late 1920’s en is huiveringwekkend. Inhoudelijk was Baudet voor het volk gepast onnavolgbaar.
Baudet is een begaafd redenaar, een kwaliteit die ook de heer A.H. bezat toen hij de Weimar-republiek met een zwakgetemde storm veroverde. Van de laatstgenoemde was het de enige kwaliteit, voor de eerste geldt helaas dat hij intellectueel nog hout snijdt ook en daarmee meer weg heeft van Mussolini dan van Benito’s slappe teutoonse aftreksel. Baudet is elitair op een wijze die het volk lijkt aan te spreken; hij is in staat het messias-sentiment in politieke winst om te zetten en het electoraat met een veilig vadergevoel voor een (naar mijn mening veel te) groot deel in zijn voordeel te mobiliseren. De zeer onfijne constatering die daarbij hoort is dat een forse kluit Nederlanders niet veel beter is dan de volgelingen van de sterke mannen in het eerste deel van de vorige eeuw. Volgens mij heb ik het al eerder gezegd: de interne business-logica van de gemiddelde Homo Sapiens laat dat toe. Evenwel is het een veeg teken van onze culturele en politieke regressie.
Wat zei Baudet onder andere? Dit dus:
“De kiezers in Nederland hebben net als de uil van Minerva hun vleugels uitgespreid, hebben hun ware macht getoond. De uil der wijzen is gaan vliegen en heeft de hele aardkring in beweging gebracht.”
“Het is een masochistische ketterij, dit geseculariseerde zondvloedgeloof dat zich in onze tijd heeft meester gemaakt van de harten en geesten van onze bestuurders. Een manie vergelijkbaar met de doodscultus die ooit Paaseiland teisterde. “
“Wij moeten boeten, zo papegaaien de machtszoekende bestuurders van dit land de ecologische hoge priesters na. Het is pure oikofobie, pure zelfhaat.”
“Ons land maakt deel uit van die beschavingsfamilie. Maar net als al die landen van onze boreale wereld, worden we kapotgemaakt door mensen die ons juist zouden moeten beschermen.”
Okay, ik begrijp wat hij zegt en snap ook de debiliteit van zijn betoog; én de verwijzing naar een twijfelachtig mensbeeld. Maar als ik de analysten goed begrijp dan is deze wartaal zoete koek voor het gepeupel dat waarschijnlijk geen idee heeft wat het krijgt voorgeschoteld. Wat zegt mij dit? In ieder geval dat inhoud een alarmerend stuk minder belangrijk is dan vorm, en dat is in het politieke metier nog nooit een goed teken gebleken.
Meer over Baudet op dit weblog vind je hier. Dan laat ik ook nog even Freek de Jonge en Jos Collignon aan het woord/beeld: