In het licht van mijn vorige aantekening moet ik ter volledigheid noteren dat het nog niet helemaal pluis is op deze wereld; vooral niet voor atheïsten. Ik reken mijzelf tot die soort. Ik ben niet religieus omdat ik daarvoor een paar tandjes te rationeel ben. Ik ben ook geen agnost, omdat ik de leerstelling dat “kennis van religieuze ideeën over vermeende bovennatuurlijke verschijnselen onmogelijk is”” een laffe manier vind om de vraag uit de weg te gaan of er wel of geen god bestaat. En ik ben een trouwe wetenschapsvriend, dus iets bestaat voor mij als het op de een of andere manier in de werkelijke wereld kan worden waargenomen. Daarbij horen twee belangrijke principes naast die van het reguliere wetenschappelijke metier: het scheermes van Ockham en het principe dat Hij Die Claimt Moet Bewijzen.
Ofwel, de simpelste theorie die een fenomeen geheel verklaart is de geldige en als ik stel dat god bestaat dan moet ik dat aantonen. De rest is naïef gezever dat geen aandacht waard zou zijn ware het niet dat” zo veel mensen zijn” die in dat gezever geloven. Nu zou dat op zijn beurt weer niet zo erg zijn als het niet zo was dat die gelovigen” zich meningen aanmatigen, zich verenigen en” zelfs macht verwerven, waarmee de vrijdenkende mens op allerlei manieren beperkt en zelfs bedreigd wordt. Daarnaast vinden gelovigen zichzelf als enige in staat om de schoonheid van het leven ten volle te genieten en strooien zij graag het misverstand in de rondte dat atheïsten en rationalisten dat niet kunnen. Dat een atheïst net zo goed en misschien zelfs beter” kan waarderen dat het universum en alles wat er in zit wonderlijk, prachtig en oneindig fascinerend is – omdat hij begrijpt hoe de wereld in elkaar zit en niets hoeft te geloven – kan de zelfingenomen confessioneel zelden” aan het verstand worden gepeuterd. Daarvoor denken ze nu eenmaal te simpel. Schoonheid en fascinatie gaan bij hen nu eenmaal hand in hand met een zelfopgelegd onbegrip, een sterk dogmatisme en een eindeloze arrogantie als het gaat om “het gelijk”. De” rationalist en de” wetenschapper kennen hun beperkingen en zien de grenzen van hun kennis, die ze zullen bijstellen zodra ze door voortschrijdend inzicht, onderzoek of betere theorieën de kans krijgen. Een gelovige doet dat principieel niet. Die “verklaart” alles en iedereen vanuit één perspectief en dat is god. Dat is niet te verifiëren dus heeft hij altijd gelijk. De bewijslast die de wetenschap zichzelf oplegt bestaat voor religie niet.
Het bovenstaande is wrang genoeg, maar je doet er helaas niet veel aan, dus “lekker in hun sop laten gaarkoken en niet mee bemoeien”, denk ik dan. En zo zou het andersom ook moeten zijn, maar dat is helaas niet zo. Als ik de voorpret van het vanmiddag te publiceren Freedom of Thought rapport 2014″ van de uit Amsterdam originerende International Humanist and Ethical Union” (IHEU)” en het Humanistisch Verbond” moet geloven, dan ligt dat toch heel anders. Toegegeven, ik begrijp dat het hier in Nederland wel meevalt. Ik citeer:
Nederland behoort tot de weinige landen die volgens de IHEU het predikaat ‘vrij en gelijk’ verdienen, omdat ongelovigen er niet worden achtergesteld. In deze categorie vallen verder België, Sierra Leone, Kosovo en Taiwan.
Dus afgezien van Nederland” plus wat wisselgeld, dat als een van de weinige landen op deze planeet het stempel” “egalitair” krijgt en dus een veilig en geëmancipeerd land voor atheïsten is, worden “wij”” in het overgrote deel van de wereld nog steeds bedreigd, zwaar gediscrimineerd (Denemarken, Duitsland, Italië en IJsland), achtergesteld (V.S.) of” zelfs gedood (Pakistan en Saudi Arabië). En op bijna de gehele wereld worden we” minstens met wantrouwen bejegend. Dat is zelfs hier zo, weet ik uit ervaring.
De vervolging van atheïsten in al haar smaken en facetten is een direct resultaat van de angst voor het onbekende. God geeft zin aan het leven en hij verklaart alles wat los en vast zit. Dus iemand die god niet ziet zitten moet wel iemand zijn die geen probleem heeft met onbekende en (nog) onverklaarde zaken. Bovenal echter zal de ongelovige geen autoriteit van god of zijn vertegenwoordigers accepteren en dus ook niet die van een zogenaamd door god geautoriseerde macht. En dat maakt de atheïst weer” veel minder gevoelig voor een” op die goddelijke legitimatie gebaseerd regime, wat op zijn beurt weer leidt tot de gedachte dat de mate van acceptatie van atheïsten en humanisten door de samenleving een soort graadmeter voor de beschaving is. Want 1: hoe beschaafder een samenleving is, hoe toleranter deze is voor de andersdenkenden en 2: hoe rationeler ook de legitimering” van de macht zal zijn. (Hetzelfde geldt trouwens voor” de wijze waarop een land met haar gevangenen omgaat, maar dat is een ander verhaal.)
Als we het op de keeper beschouwen dan is het op veel plekken dus nog uiterst droevig gesteld, ondanks de enorme vooruitgang die we in de laatste 500 jaar hebben gemaakt op het gebied van de wetenschappen in het algemeen en de kennis van de natuurlijke wereld in het bijzonder. (Bij-)gelovigheid en de daarbij behorende heksenvervolging is hardnekkiger dan voor veel mensen goed is. Wat past is een flinke dosis bescheidenheid over hoe geweldig we onszelf eigenlijk kunnen vinden in vergelijking met onze voorouders uit de middeleeuwen. We hebben dan wel een heleboel technologie, maar we hebben ook nog erg veel last van sterk repressieve en soms zelfs dodelijke, domme betweterigheid. Dat is dan de les die we vandaag kunnen leren van de IHEU.