Ik heb me weer eens heerlijk zitten verkneukelen aan een astrologisch besmette hippie met een manifeste anti-wetenschappelijke attitude. Ik doe dat wel vaker” (over astrologie), maar zij deed mij toch ergens over nadenken. Want achteraf vermaande ik mijzelf door me te realiseren dat ik kan vinden van die oude sjamanen, bebaarde druïden, naaktlopende heksen, kaart-leggende astrologen en polytheïstische priesters wat ik” wil, maar er is iets aan dat niet helemaal lariefarie is. Stel dat we als mens zo’n 12.000 jaar geleden in gemeenschappen gingen wonen, dan werd er vanaf dat moment ook gezocht naar verklaringen voor gedrag van groepsleden, dat zich voor iedereen te aanschouwen uitte” en dat een effect op de groep had. Ofwel, men beschreef wat men zag, iets wat met goede wil ook wel de werkelijkheid genoemd kan worden – en schreef dat vervolgens aan een of andere entiteit toe, bijvoorbeeld een boomgeest, een persoonlijke demon of een god.
Toen ik er dus over na ging denken, kwam ik op het volgende: Een voor de hand liggende primer bij de verklaringen van ons karakter – ik zit” nog steeds zo’n 12 millennia geleden – is wat je letterlijk in de lucht ziet. Ik stel me zo voor dat die holbewoners ’s avonds in het pikkedonker niet veel anders te doen hadden dan naar de sterren staren. Het zal ze zijn opgevallen dat er een cyclus in zit, oplopend in tijd (dus aflopend in frequentie), van de zon, de maan en de zichtbare sterren – voor het gemak in sterrenbeelden samengevat – die ook nog eens met de seizoenen meebewegen. Wellicht hebben ze ook gemerkt dat kinderen geboren in” verschillende seizoenen ook verschillende persoonlijkheden hadden” en bingo: het geloof in de invloed van de hemellichamen” op het menselijke karakter was geboren.
De rest was dan een kwestie van bijschuren en scherpslijpen. Ik kan mij voorstellen dat een eeneiige tweeling gecultiveerd wordt in een soort hypegevoeligheid voor de stemming van de mensen om hen heen, omdat ze hun hele jonge leven platgevraagd worden over die vermeende telepathie tussen natuurlijke klonen. Dat die niet bestaat doet er niet toe, ze zullen hun omgeving leren lezen alsof de telepathie echt is. Hetzelfde zal gebeurd zijn met die mensen 12.000 jaar geleden, die verteld kregen welk sterrenbeeld ze hadden en welke eigenschappen ze daarbij geacht werden te hebben. Die gingen door cultivering dus ook steeds meer op hun sterrenbeeld lijken. Zo werd een verhaal over de invloed van de sterren op hun” persoonlijkheid weer teruggevoerd naar henzelf en verwierf daarmee” een reële invloed. Zo was de astrologische cirkel compleet.
We zijn nog niet zo geavanceerd onprimitief als we misschien zouden willen. We verlenen nog heel veel waarde aan die oude verhalen van het mens-zijn en ze komen in allerlei vormen: tarot, mythologie, religie, enzovoorts. Het zijn allemaal procedures die het denken over onszelf iets gemakkelijker moesten maken. Dat het werkt is duidelijk.” We leven nog en onze vele culturen ook. Het is uit dit inzicht dat ik laatst dacht mij toch wat milder te moeten stemmen over ons esoterische smaldeel. Net zoals religie is esoterie een bijproduct van onze psyche, wat het net zo begrijpelijk maakt. De verklaringsdrang die we hebben is dat natuurlijk ook. Ik zou kunnen waarderen dat astrologen en andere zweverikken in ieder geval zoeken naar redenen” voor ons gedrag en dit niet als een gegeven wegzetten. Op zich is dat te prijzen want het suggereert ook een soort maakbaarheid die voor de inpassing van individuen in de gemeenschap belangrijk is. Dat de afwezigheid van een wetenschappelijke ondergrond het geheel degradeert tot het Jip en Janneke niveau van een kind van 4 is dan irrelevant. Als je uitgaat van de noodzakelijke verspreiding van leefregels die gestoeld zijn op een groepsmoraal, dan maakt het niet uit hoe die ontstaan, als ze de groep maar dienen.” Leefregels zijn essentieel voor het voortbestaan” van een gemeenschap en er zal een natuurlijk optimum zijn – eveneens een bijproduct van onze psyche – van hoe die dingen worden uitgerold. Dat optimum” is vanwege haar oorsprong per definitie niet wetenschappelijk.
Terug naar die hippie. Haar bezwaar tegen wetenschap was” de koele berekening waarmee alles en iedereen in hokjes gestopt wordt. Mijn uitleg dat een sterrenbeeld ook een hokje is en dat er daar 12 van zijn (in onze cultuur) deed volgens haar niet veel ter zake. Waarom kon ze me niet uitleggen. Het was wel een leuke meid om te zien, dus het was voor mij niet heel ingewikkeld om haar niet al te serieus te nemen in een toch aangenaam gesprek. Het is een kwestie van geduld, niet al te goed luisteren en blijven kijken. Ik zag haar al helemaal voor me, kruiden plukkend bij volle maan, slechts in lucht gekleed.