Soms gebeurt het: een welwillende lotgenoot met een scherp oog komt een kunstwerk tegen waarvan hij denkt dat Carlito daar wel gecharmeerd van zal zijn. En gelijk heeft hij. Het beeld dat hij mij gaf van deze zeer aantrekkelijke en sensuele dame is paradijselijk oogstrelend; in ieder geval wel voor mij.
De mevrouw in kwestie staat op een van de hoeken van de Neptunus fontein op het Piazza del Nettuno in de stad Bologna, de hoofd- en universiteitsstad van de Emilia-Romagna in Italie. De andere hoeken worden bezet door drie van haar bevallige zusters met een zelfde exhibitionistische inslag.
En laten we wel wezen: we kunnen ons best voorstellen waar professor Umberto zijn inspiratie vandaan haalt als we dit zien, toch? Hij zal zijn dagelijkse lunch gebruiken in een cafeetje dat binnen oog-afstand van deze schone ligt, waar zij haar bereidheid toont om tijdens het uitbuiken visueel gesoupeerd te worden. Wat een leven.…..
Wie haalt er inspiratie uit deze kunst? Ik wel, daar ben ik eerlijk in. En ik maak me helemaal geen illusie over de zogenaamde gedeseksualiseerde scheppingsdrang van de kunstenaars die dit soort beelden maken – of over de toeschouwers die ervan genieten. Het ziet er zeer fraai uit, dat vrouwelijke schoon, naakt en wel, sensueel, expliciet en onbeschaamd open. Mij maken ze niets wijs. Je moet wel van heel goede – en platgeciviliseerde – huize komen wil je bij dit duidelijk erotische beeld onberoerd blijven. Om het anders te stellen: ik geloof daar geen bips van.
Ik heb voor de grap een fors aantal beelden verzameld waarvan ik mij kan voorstellen dat het maken van sommige daarvan de nodige turbulentie in de kunstenaar teweeg moet hebben gebracht. Ik heb ook wel eens geprobeerd een plaatje te maken van een dame, maar ik moet toegeven dat de concentratie al snel weg was. Hoe zouden de echte meesters het doen? Wat ging er bijvoorbeeld om in een man als Rodin, wiens atelier permanent vergeven was van de naakte mensen? Liet hij zijn baard misschien staan om het vocht, dat uit zijn mondhoek droop, op te vangen zonder al te veel in de smiezen te lopen? Of gebruikte hij een krachtig anti-afrodisicum om zijn hoofd bij het werk te kunnen houden? Het is voor mij een goede reden om nooit ook maar een” druppel Absint aan te raken.