Er is een ijzeren wet der belastingen. Omdat dit dé belastingmaand is, klaagt iedereen er over. Dus ik zeg het nog maar een keer: “hoe meer belasting je betaalt, hoe beter het is.” Want dat betekent dat je een navenant inkomen hebt, en dat is fijn. De truc in Nederland is dat belasting vrij transparant opgebouwd wordt. Je betaalt inkomstenbelasting over inkomen, gemeentelijke, provinciale en waterschappelijke heffingen en daarnaast BTW. Zo werkt het voor niet-ondernemers. De ondernemers betalen ook nog eens vennootschapsbelasting, de heffing op de bedrijfswinst.
So far, so good. Als ik door mijn oogharen ga rekenen aan een modaal inkomen dan gaat daarvan ongeveer de helft naar de fiscus. Dat is inclusief IB, heffingen, BTW, accijnzen en bijzondere belastingen zoals wegenbelasting.
Zo werkt het niet in de VS. Daar bestaan wel de bovengenoemde belastingen, maar er bestaat er daar nog een, die nooit als zodanig wordt aangemerkt: de steenpuist die de aanklaagcultuur wordt genoemd. Die werkt als volgt: Voor alle beleidsmaatregelen die ingevoerd worden en wetten die worden aangenomen, komt een tegenactie op gang van burgers die via rechters de maatregelen of wetten willen terugdraaien. Dit is een enorme industrie, waaraan hele hordes rechters en advocaten veel geld verdienen. Ik geloof dat de VS de grootste proportie gerechtskosten per capita ter wereld heeft. Aangezien het kosten zijn die moeten worden opgebracht voor het staatsbestuur, kun je ze gewoon als belastingen beschouwen, zij het alleen geheven aan mensen die rechtszaken tegen de staat, deelstaat, county of weet ik wat voeren.
Het probleem met het bovenstaande is de onevenwichtige verdeling van invloed per geheven dollar. Die is voor de reguliere belastingbetaler veel kleiner dan voor de – al dan niet geclusterde – belastingbetaler, die ook nog eens rechtszaken kan voeren. Zij die vermogend genoeg zijn kunnen via de rechter zo meer invloed kopen, terwijl deze invloed bij de gewone burger, die geen rechtszaken voert, afwezig is.
Zo is de belasting in de VS op minstens twee manieren ondemocratisch: een groot gedeelte wordt uit het zicht gehouden door het “gerechtskosten” te noemen, terwijl het legislatieve kosten zijn die door de burger moeten worden opgebracht. Ten tweede heeft het geen egalitair principe: wie meer geld heeft kan dit specifiek aanwenden voor wetgeving die voor hem van belang is, in tegenstelling tot een donatie aan de grote pot, zoals iedereen zou moeten doen.
Dan is het nog zaak om op een goede manier wetgeving te bedrijven. Hier in Nederland is dat uitstekend geregeld, in de VS helaas niet. Daar prevaleren nog allerlei inkomsten-beschermende clausules, achterdeurtjes en wormgaten voor de vermogenden der Verenigde Staten. Ook hebben zij op electoraal gebied de grootste hefkracht. Waarom noemt dat land zich eigenlijk democratisch…?