Tunesië laat een fraai beeld zien van een volk dat haar corrupte en zelfgecentreerde despoot eindelijk een keer spuugzat is geworden. De zelf- en zijn familie-verrijker Ben Ali is, na decennia op de presidentsstoel gezeten te hebben, eindelijk uit het zadel gewipt. De wereld is een parasitaire uitvreter op hoog niveau armer. Hopelijk volgen meer naties in die regio het goede voorbeeld. Maar nu moeten de Tunesiërs hun land helemaal opnieuw gaan opbouwen en kijken of ze hun geld ooit nog terug krijgen.
Dat laatste is niet waarschijnlijk. Het is helaas nog steeds zo dat banken en financiële vrijhavens van enige soort ervoor zorgen dat van het volk gestolen geld zelden weer terug komt bij de rechtmatige eigenaren. Die hebben jammer genoeg altijd het nakijken. De kring rond een afgezette dictator met grijpgrage handjes blijft in de regel altijd op een flinke berg kapitaal zitten – hele fortuinen zijn zo nog steeds “zoek”. Een trieste balans van de top 3: Soeharto, Marcos en Mobutu hebben uit resp. Indonesië, de Filipijnen en Congo de enorme bedragen van 35, 10 en 5 MILJARD dollar laten verdwijnen. En daarvan is tot nog toe slechts een schijntje weer terug gekomen, indien überhaupt. En dat is nog maar het topje van de ijsberg.
Kapitaaldiefstal is een triest uitvloeisel van het Europese kolonialisme. Landen die zich onder het juk van hun Europese uitbuiter hebben weten uit te werken, hebben dat regelmatig ten koste van een inhalige machtsondernemer gedaan, die ervoor zorgde dat hij op de eerste rij zat toen macht en buit werden verdeeld. Helaas dicteert de corrupte civiele infrastructuur van een ex-kolonie vrijwel altijd dat de grootste machtsbasis na een regimewisseling bij de minst sociale – en meest” op geld beluste – post-koloniale elite komt te liggen. Overigens geldt voor landen die door een sterke ideologie gekolonialiseerd waren, zoals het volledige Oostblok onder de Sovjet Unie tot ongeveer 1989, hetzelfde.