Het is 2010 en de Britten gaan voor het eerst een coalitie regering van betekenis formeren. De media schreeuwen het van de daken: de Tories gaan samen met de LibDEMS het Britse eiland besturen. Wie had dat gedacht? Het districtenstelsel, dat al eeuwen lang elke kleine politieke partij bij voorbaat kansloos maakte tegenover de grote “Labour-” en “Conservative” bullebakken, heeft nu niet kunnen verhinderen dat het Britse electoraat zich massaal tegen de traditionele tweedeling heeft gekeerd. Het risico voor lief nemend dat hun stem in een zetel van één van de twee grote jongens terecht zou komen, hebben vele dappere Britten eens iets geheel nieuws gedaan.
Het geeft een raar soort gevoel van hoop, moet ik toegeven. De Britten breken met een traditie. De Britten gaan “polderen” misschien. In ieder geval eerst op het hoogste politieke niveau maar als er één schaap over de dam is, wie weet of er nog meer volgen. Misschien is er wel een trend geboren. Het idee dat de Engelsen eens iets nieuws doen – althans, laten we hier even de muziek-scene buiten beschouwing laten anders slaat mijn argument nergens meer op -” is op zichzelf vrij bijzonder volgens mij. Gevoelsmatig geldt dat in ieder geval. Ik heb altijd een sterk traditionalistisch beeld van ze gehad, en mijn recente aanrakingen met dat volk – hier in het Nederlandse én in Londen zelf – hebben mij nooit van dat idee af kunnen krijgen. Maar nu moet ik misschien wat bakens gaan verzetten.
Eerst nog even die muziek scene. Als ik terugkijk op de afgelopen 35 jaar en dan zie wat de Engelse muzikanten hebben voortgebracht, dan begin ik het vermoeden te krijgen dat zij met muziek hebben gedaan wat de Duitsers in die jaren met radicaal politiek verzet deden: een anti- annex sub-cultuur creëren die het lokale burgerdom tegenwicht kon bieden. De Britten kunnen zichzelf op de borst kloppen als het de Sex Pistols, Ian Dury en nog een heel bataljon aan andere subversieve artistiekelingen betreft, maar als het om een politieke tegen-scene gaat, is het naar mijn bescheiden mening maar een stelletje sukkels. In Duitsland is die traditie van “Chaoten” veel ouder, rijker, groter én effectiever. Maar de muziek is daarentegen dan weer magertjes te noemen .… Behalve dan Kraftwerk natuurlijk. En als je zelf Duitser bent – vooral eentje met een lederen broek en een blow-dry möchte-gern wild-Frisur – dan zul je ook wel van Scorpion houden. Ofwel, ik vreet mijn hoed op als de Britten en de Duitsers ineens van karma gaan wisselen. We krijgen dan een Engelse politieke tegencultuur – eentje die wij hier op het continent al decennia lang koesteren – en Duitsland zou dan ineens trendsetter in de muziek worden. Veel gekker kan haast niet!
Als ik nu toch bezig ben; ik heb nog wel een paar van die verschuivingen op mijn verlanglijstje staan. Om maar eens wat balletjes op te gooien: wat vinden we van Italiaanse Democratie, of Moslim Humor en Arabische Zelfspot? En wat te denken van Scandinavisch “Joye de Vivre”, Russisch Optimisme, Hollandse Flamboyance, Belgische Rechtlijnigheid en Franse Kwaliteits-Engeneering? Ik zou nog wel even door kunnen gaan, maar de lijn wordt wel duidelijk. Alleen al de gedachte aan deze mogelijke omwentelingen geven de burger moed.
Misschien is het de lente, alhoewel ze wat moeizaam op gang komt, maar ineens zie ik toch wat zilveren randen langs allerlei schijnbaar onverwoestbare wolken tevoorschijn komen. Ik heb dat wel eerder gehad, namelijk toen de Berlijnse muur viel. Daarvan had ik ook nooit verwacht dat ik die nog in mijn leven zou zien verdwijnen. Maar zie! We hebben een nieuw Groot-Duitsland en daarmee zijn erg veel mensen blij geworden. Ik ook, want het is een geweldig land, dat wat mij betreft niet groot of rijk genoeg kan zijn. Ze hebben ook een prachtige taal overigens, die Duitsers, waarvan ik het een voorrecht vind die enigszins te beheersen.
Het gevoel dat ik had toen die suffe D.D.R. barrière onderuit ging is nauwelijks te beschrijven. De val van die muur luidde ook een nieuwe tijd in, waarin ineens veel meer kon dan daarvoor. Ik weet niet of zo’n euforie – want dat was het – nog een keer terugkomt. Maar wat ik nu voel tintelen, daar ver in mijn achterhoofd, gaat toch aardig de goede richting uit. Zou het Engelse coaleren een voorbode zijn voor nieuwe “Happy Times”? Ik ben er helemaal voor. Tenslotte heeft de huidige monetaire crisis – om maar eens een knuppel in het hoenderhok te gooien – Europa zo op scherp gezet, dat een catastrofale, of beter gezegd: radicale verandering van continentale politieke koers steeds beter mogelijk wordt.
Een tikkeltje te wild Amigo? Kijk naar het Europa van 1900 – 1920 en je ziet wat er allemaal mogelijk is. Een grote omwenteling zit vaak in een klein hoekje.