Het is voor iedereen die de financiële crisis bewust heeft meegemaakt – of die hem nu aan den lijve ondervindt – nog een beetje slikken over de aftermath. Op de een of andere manier is er een enorm gat in de globale economie geslagen, waarbij uiteenspattende hype-bubbels, te grote nationale schulden en begrotingstekorten – en een gammele financiering ervan – ons bestaanscomfort ineens merkbaar aantasten. Ook onze munt staat onder zware druk. Ik denk dat er niet veel mensen zijn aan wie de crisis momenteel ongemerkt voorbij gaat. Daarom zit ik nu samen met een halve planeet aan medemensen met de vraag, waarom zij die ons dit hebben aangedaan – de bankiers, de speculanten en andere geldhandelaren – er straffeloos vanaf komen. Ik heb in ieder geval niet gezien dat er ook maar ergens grote jongens achter de tralies zijn verdwenen, dat ze zelfs maar qua inkomen achteruit zijn gegaan, of dat ze wordt verboden nog langer hun beroep uit te oefenen.
Dat vind ik dus vreemd. Die kapitein die laatst met zijn cruiseboot te dicht langs de kust voer zit in arrest. Waarschijnlijk is dat ook terecht. Maar de grote-geldjongens, die door hun eindeloze hebberigheid en “exhibitionistische zelfverrijking” de hele financiële wereld aan de rand van de afgrond hebben gebracht, gaan vrijuit. Sterker nog: de schade die is ontstaan en die in de honderden miljarden loopt, wordt nu achteraf gewoon door de belastingbetalers en andere nationale bezuinigingsslachtoffers opgebracht – wereldwijd. En dat terwijl de mensen die met hun legale zwendel rijk zijn geworden, dat nog steeds zijn. Is dat gerechtigheid?
Ik heb me altijd ver weten te houden van economisch denken – door sommigen geheel onterecht” ook wel eens “wetenschap” genoemd -” maar ik ontkom er nu niet meer aan. Ik moet op de een of andere manier de gevoelens van onrecht die mij plagen en de sterke revolutiedrang die daaruit voortkomt, kanaliseren en neutraliseren. Anders functioneer ik niet meer; of ik kom niet meer in slaap. Ik wil dat echter wel op een dusdanige manier doen dat ik niet uit positie gepiepeld wordt door een hotemetoot die me kan uitleggen dat die economie van ons altijd goed voor de wereld is geweest. En dat de crises (mv!) van nu slechts een ongelukkige samenloop van omstandigheden zijn.
Dat is namelijk in het geheel niet zo. Er hebben mensen willens en wetens in de wereldse geld-ruif zitten graaien op een bijna astronomische schaal en daarbij bewust de risico’s gecreëerd die nu werkelijkheid zijn geworden, en ze komen er nog mee weg ook. Speculatie door middel van piramide-schema’s, maar dan met subprime financiële producten (niet alleen hypotheken), zo is het gekomen deze ellende. Ik moet er op één of andere manier toch een handvat op draaien dat de bedenkers en begunstigden van al dit moois gewoon op de Bahama’s achter hun cocktails zitten, en niet in de cel.
Enter Ha-Joon Chang. Ik kwam Chang tegen tijdens de jaarintroductie 2012 van VPRO’s Tegenlicht, waar de komende economische trends voor 2012 door een aantal mensen die het weten kunnen uiteen werden gezet. En deze meneer, die ook in de uitzending zat, deed daar een aantal dusdanig interessante uitspraken, dat ik direct op het spoor van zijn boeken werd gezet. Het eerste wat hij bijvoorbeeld stelde, was dat “de belangrijke actoren op de financiële markten op dit moment het leeuwendeel van de Engelse politieke partijen financieren. Dat zorgt er voor dat deze partijen die financiers dus nooit echt hard zullen aanpakken.…” Want, wie bijt er nu de hand die hem voedt? Niemand dus, alhoewel dat nu zeer wenselijk zou zijn natuurlijk. Financiers en hun kornuiten hebben hun bescherming op hoog politiek niveau ingekocht. De moraal van dit verhaal wordt langzamerhand schreeuwend duidelijk: de geldmakers hebben zich vergewist van immuniteit voor vervolging en hebben hun speciale positie op de markt veilig gesteld door met de politiek aan te pappen. Die speciale positie, die er zelfs voor zorgt dat ze nu belastinggeld gefourneerd krijgen om te overleven (in plaats van omvallen) in het geval van rampspoed, wordt dan ook nog eens gekocht van winstgelden die uit het consumentenvolk zijn geperst! En zo is de cirkel rond. Jan met de pet, die nu wordt afgeknepen, heeft het nakijken terwijl de politici en de banken op zijn kosten warme douches met elkaar nemen.
Deze eye-opener van Chang was voldoende motivatie voor een aankoop van zijn boek “23 Things They Don’t Tell You About Capitalism”. En ik ben geenszins teleurgesteld. Chang is een economie-professor op de universiteit van Cambridge en hij kent het klappen van de zweep. En hij is ook – en dat charmeert me buitengewoon – geen vrije markt denker! Chang is de eerste econoom die ik over de crises gelezen heb die openlijk de vele mythes en onzinnigheden, die door de neo-liberale kapitalisten, hun geldschieters en hun politieke prostituees de wereld in worden geslingerd, overtuigend ontkracht – met naakte feiten.
Zodoende dus zijn boek: 23 dingen die we nooit over het kapitalisme te horen krijgen. Het is een zeer interessante lijst, met nog veel interessantere ramificaties voor onze toekomst. Als je dit leest naast het boek How The West was Lost (2011) van Dambisa Moyo, dan wil je eigenlijk nog maar één ding en dat is wegwezen uit Europa of enig ander oude werelddeel en op een eiland in de stille oceaan ergens onder een boom gaan zitten. Dat is de orde van grootte van ontluistering waarmee de lezer van dit tandem zich geconfronteerd zou kunnen zien. Dus, wat zegt die Chang?
Chang stelt helder en niet mis te verstaan de volgende feiten: 1: Er bestaat geen vrije markt. 2: Bedrijven moeten niet in het belang van hun eigenaars gerund worden. 3: De meeste mensen in rijke landen krijgen meer betaald dan zou moeten. 4: De wasmachine heeft de wereld meer veranderd dan het Internet. 5: Verwacht het slechtste van mensen en je krijgt het slechtste. 6: Grotere macro-economische stabiliteit heeft de wereldeconomie niet stabieler gemaakt. 7: Vrije markt beleid maakt arme landen zelden rijker. 8: Kapitaal heeft een nationaliteit. 9: We leven niet in een post-industrieel tijdperk. 10: De V.S. hebben niet de hoogste levensstandaard ter wereld. 11: Afrika is niet voorbestemd voor onderontwikkeling. 12: Overheden weten hoe ze winners moeten kiezen. 13: Rijke mensen rijker maken maakt de rest van ons niet rijker. 14: Managers uit de V.S. krijgen te veel betaald. 15: Mensen in arme landen zijn ondernemender dan mensen in rijke landen. 16: We zijn niet slim genoeg om zaken aan de markt over te laten. 17: Meer onderwijs op zich maakt een land niet rijker. 18: Wat goed is voor General Motors is niet per definitie goed voor de V.S.. 19: Ondanks de val van het communisme leven we nog steeds in “geplande” economieën. 20: Gelijkheid van kansen hoeft niet eerlijk te zijn. 21: Grote overheden zorgen voor meer openheid voor veranderingen bij de mensen. 22: Financiële markten moeten minder efficiënt worden, niet meer. 23: Goed economisch beleid heeft geen goede economen nodig.
Het geinige is dat de bovenstaande dingen een ware aha-erlebnis veroorzaken als je ze eenmaal doorhebt. Je ziet dan ook meteen hoe grondig we eigenlijk genaaid worden door de vrije-markt denkers en hun geldschuivers, die – inderdaad, al heel erg lang – de wereld hebben uitgekleed voor het eigen gewin. Maar dat heeft ook een voordeel: Als je de 23 punten hierboven eenmaal goed in je vingers hebt, dan ben je onverslaanbaar in elk debat over onze huidige economie; en dat op basis van feiten en degelijk onderzoek. En je snapt dan ook gelijk aan welke parameters de volgende revolutie zal moeten voldoen.
Want ja, dat is toch waar het op neer gaat komen. Het kan niet zo zijn dat een kleine elite van zwendelaars en groot-geld-bezitters een overgrote meerderheid van de wereldbevolking kan blijven uitbuiten. Hetzelfde geldt voor de “ontwikkelde” wereld die de “onontwikkelde” wereld niet voor eeuwig op zijn kop kan blijven zitten. Dat gaat een keer mis, dat is zeker. We zullen zien. Ik maak in mijn leven de revolutie tegen het globale kapitalisme misschien niet meer mee, maar ik kan wel mijn kinderen stimuleren om er een te beginnen…