Ik lees verschillende resultaten van de meetpogingen om de toe- of afnemende populariteit van religie te duiden. Ik meen dat “de wetenschap” collectief denkt dat religie op de terugweg is. De wereld lijkt te seculariseren. Op het eerste gezicht is dit goed om te lezen, want rationaliteit is ons hoogste goed als Homo Sapiens, toch? Abstractie onderscheidt ons van de dieren en het logische denken is daar samen met taal het meest in het oog springende uitvloeisel van. Zo zit het al jaren in mijn hoofd.
Daarop moet ik terugkomen. Er zijn, met dank aan” “Sapiens – A Brief History of Humankind†(2015) van Yuval Noa Harari, bij mij wat inzichten op hun plaats gevallen, die mij nopen tot een wijziging van positie als het om religie gaat. Heel ingrijpend is het niet maar wel belangrijk voor de filter waardoor ik de wereld zie.
Een eerste aantekening is alvast dat ik hecht aan scheiding van religie en ongeveer alles wat er in het openbare verkeer plaatsvindt, maar vooral toegespitst op staat en onderwijs. Een tweede is dat ik erken dat religie en god niet één op één bestaan, maar dat er goddeloze religies zoals boeddhisme zijn. Het lijkt verwarrend voor de doorsnee burger die dat niet goed weet, maar als je naar de definitie van religie kijkt, dan valt er niet aan te ontkomen. Religie is te definiëren als: “Een systeem van menselijke waarden en normen gevestigd in een bovennatuurlijke orde, dat specifieke gedragsregels voorschrijft.” Daar zit niet zonder meer een god in.
Aantekening één en twee staan op gespannen voet met elkaar. Ideologieën zijn volgens deze definitie ook religies, zij het meestal zonder god. (Bijvoorbeeld: kapitalisme, nationaal socialisme, liberalisme, etc.) Het is futiel om ideologie en staat van elkaar te scheiden. Ik voel daarom meer voor de klassieke scheiding van “kerk en staat”, die zich vooral richt op de uitsluiting van god.
Vervolgens moet ik mij bedenken dat religie tegelijk met de vorming van grotere menselijke gemeenschappen ontstond: met de Agrarische Revolutie van ongeveer 12.000 jaar geleden. De menselijke psyche was als gevolg van de evolutie van ons brein ingericht om bovennatuurlijke “patronen” te herkennen. We zien gezichten op allerlei plekken waar ze niet bestaan. Dat was goed voor onze veiligheid in een wereld waar we ervoor moesten zorgen om niet door wilde dieren te worden opgegeten. Daarnaast had de groeiende complexiteit van de samenleving een legitimerende factor voor een hogere vorm van bestuur nodig. De machthebbers die deze taak op zich namen moesten worden ondersteund met een “goddelijk mandaat”, dat hen het recht gaf om te regeren.
Zonder het samenspel van de menselijke psychologische infrastructuur en de externe legitimatie van de heerser door een bovennatuurlijk wezen, was de mens nooit verder dan zijn “cave” gekomen en waren wij nog steeds een onbetekenende blip op de aardse radar geweest. De goddelijke legitimatie van onze heersers heeft tot ver in de moderne tijd geduurd, totdat deze op veel plaatsen werd vervangen door een goddeloze religie; een ideologie.
Als laatste aantekening maak ik de opmerking dat consistentie, zelfs wanneer deze wordt gegenereerd door pure ratio en abstractie, geen goede motivator voor ontwikkeling of progressie is. Die wordt juist gevoed door inconsistenties en vaagheden van verschillende ordes van grootte, waarop de mens door haar bestaan heen verwoed antwoorden en oplossingen heeft proberen te vinden. Dit is een belangrijke driver voor bijvoorbeeld de wetenschap en het ontstaan van kennis. Cognitieve dissonantie wordt daarmee een belangrijke eigenschap van de mens: het spanningsveld van meerdere visies en ideeën die met elkaar in tegenspraak kunnen zijn is imperatief voor het ontstaan van nieuwsgierigheid. En zoals we van Einstein weten, vond hij dat een van de belangrijkste menselijke eigenschappen.
Eindnoot: volledige secularisering van Homo Sapiens is misschien ongewenst maar wellicht ook niet mogelijk, zeker wanneer we ideologie tot religie rekenen. De vroeg-menselijke en de klassieke religies hebben ons leefregels geleerd, die nog steeds actueel en noodzakelijk zijn. De (vooral christelijke) kerken hebben deze leefregels door de geschiedenis heen met voeten getreden! Er zijn door de christenen veel meer christenen vervolgd en gedood – het gaat hier om een veelvoud met wat nullen erachter – dan door de Romeinen tijdens hun vervolgingen. Dat geschiedde vanwege de verschillende geloof-schisma’s die door de christenen werden georganiseerd. Er zit een iteratie in. De moslims die nu bij bosjes sterven doen dat ook het vaakst door de hand van geloofsgenoten met een andere interpretatie van de waarheid dan de hunne.
Religie en kerk aan elkaar gelijkstellen is net zo onzinnig als de blinde afwijzing van religie. Ik blijf ondertussen wel atheïst want ik heb geen enkel godsbesef. Wel ben ik ideologisch zwaar besmet. Daar moet ik nog wel uitkomen, want het maakt mij volgens de bovenstaande definitie alsnog een religieus man. Ik weet niet of ik daar bij mijn vrinden wel mee aan kan komen.
Over wetenschap en religie gesproken, naast mijn eigen observatie hierover nog iets leuks: ‘Strijd tussen geloof en wetenschap vindt zijn oorsprong in het brein’ van Caroline Kraaijvanger…