Als ik dochters zou hebben dan zou ik het boek van Caitlin Moran: “How To Be a Woman” (2011) voor ze verplicht stellen. Mandatory Reading, sweeties! zou ik zeggen. Zo. Om tenminste op te kunnen groeien als een ongestroubleerde meid. Eindelijk. Sterke woorden? Niet echt. Dit boek is geniaal en hilarisch en het geboorterecht van elke opgroeiende vrouw – en van alle opgegroeide vrouwen ook trouwens.
Bij toeval struikelde ik enkele dagen geleden over een interview met Moran in mijn lijfochtendblad De Volkskrant en ik werd gelijk gegrepen door een aantal zinsneden die mijn oog pakten. Ze gingen over ongeschoren damesvoorbipsen, die de schrijfster prefereert boven een eindeloos jeukende stoppeldoos en haar niet al te stille smaak voor pornofilms. Waarvan ze er overigens veel kijkt en vooral om er een te zien waarbij de dame eens goed klaarkomt. En dat is zoeken natuurlijk. Denk ik.
Het interview met Moran zou iedere moeder zomaar kunnen stimuleren om (de vertaling, die hopelijk acceptabel is, maar dat weet ik niet van) het boek alvast in de kast te leggen voor wanneer dochterlief 13 wordt. Andersom mag natuurlijk ook. Dit boek is goed schenkbaar door dochters die vinden dat hun moeder nog wat opvoeding nodig heeft.
13 is de leeftijd waarop Moran in het boek haar opwachting maakt. Het is haar verjaardag en ze wordt achterna gezeten door stenengooiende lads die haar niet kunnen zetten omdat ze teveel op een jongen lijkt. Het zal geen toeval zijn dat een dame – die een dergelijk beeld neerzet in haar pubertijd – op haar zoveeleendertigste een boek schrijft voor opgroeiende meisjes. Haar twee dochters zullen er ook wel aan bijgedragen hebben en ook zeker niet in de laatste plaats het mondiale gebrek aan goede en niet-haatdragende feministische handboeken. Want dat is Moran: een onversneden feministe van het zuiverste water.
Wat is dat, een zuivere feministe? Dat is een vrouw die nog steeds strijdt voor de gelijkberechtiging van vrouwen en wel overal waar ze in het wild voorkomen, om het maar eens plastisch te zeggen. Want de noodzaak van die inzet is nog steeds huizenhoog aanwezig. Moran weet dat op een hele treffende manier aan te tonen, met onder andere het mediabeeld van de vrouw en (inderdaad ook) het hippe en oogluikend verplichte miemelscheren van de laatste 10 jaar. En met de onverklaarbare voorkeur van vrouwen voor de miniscule clitorisbedekking die tegenwoordig onderbroek heet. Het lijdt geen twijfel. Er mankeert, aldus Moran, nog heel veel aan de positie van de vrouw. Dat staat als een paal boven water. Maar dat geldt ook voor het feit dat vrouwen vrouwen zijn en geen mannen. Dat laatste onderkent Moran heel goed en het waart haar boek vrij van de reguliere valkuilen van het “klassieke” feminisme van de tweede golf (’80), dat ik van binnen ken en dat toch wel heel erg leunde op al dan niet verholen mannenhaat. En op, zoals Moran zo treffend stelt, een nijpend gebrek aan neuken.
In HTBAW wordt niet alleen aan een sterke behoefte voor gedegen feministische opvoeding voor meisjes voldaan. Wat vorm betreft is het ook buitengewoon de moeite waard. Ik heb me werkelijk de tranen in mijn ogen zitten lachten. Moran schrijft uitzonderlijk humoristisch; snel, wendbaar en angstaanjagend trefzeker. Na dit boek kijk je echt anders naar vrouwen en wel in een zeer positieve zin. Je weet je ook gelijk waarom vrouwenonderbroeken structureel te klein zijn. Dat heeft die Moran toch maar mooi voor elkaar, denk ik dan.
Dat voorlaatste – de humor – maakt het boek voor mannen ook waanzinnig aantrekkelijk. Ik ben natuurlijk geen vrouw en heb geen meisjestijd meegemaakt. Ik word ook niet geplaagd door de vele vrouwenproblemen die Moran zo mooi te berde brengt. (Mijn onderbroeken zijn groot genoeg.) Maar ik herken wel veel van de strijd die de vrouwen om mij heen zeggen te hebben gevoerd toen zij opgroeiden – of die nog steeds woedt, ergens diep van binnen. En dat is op zich wel een aardige oog-opener. Zo heb ik nooit geweten van prangende vragen als “hoe noem ik mijn borsten?” of “waarom heb ik wel of geen kinderen?” Met die omissie is nu definitief afgerekend.
Ik kan niet voor de gemiddelde man spreken en ik ben politiek besmet (… het kwam van links…) maar mijn feminisme is weer eens goed gerenoveerd. Niet dat ik het nodig had, maar ik kan het wel waarderen. Het is daarom voor elke man die de vrouwen van nu en hun niet aflatende strijd van het dagelijkse bestaan wil begrijpen, toch wel een zachtgedwongen must om dit boek te lezen. Ik wil het maar gezegd hebben. Maar je kunt het natuurlijk ook gewoon doen omdat je wel eens vreselijk hard wilt lachen. Gewoon ouderwets schuddebuiken en met tranen in je ogen van de bank afrollen en in je broek piesen. Moran regelt dat voor je, zeer kundig en op een onvergetelijke manier…