Wat een sombere tekst eigenlijk in deze titel, maar wel eentje die misschien” ooit waarheid gaat worden. Tenzij er een einde komt aan de invloed die ondernemers hebben op het regeringsbeleid waar dat gaat over de ecologische voetstap die ze hebben in het algemeen en de terugdringing van de CO“²‑uitstoot in het bijzonder. Ik tik hier bewust geen “energiegebruik” neer, want dat hoeft geen problematische factor te zijn.
De Volkskrant van vandaag opent met de vrij sombere notie dat we voor het jaar 2100 wereldwijd op een CO“²‑emissie van 0 (!) moeten zitten, anders gaat het met onze kostbare planeet alleen al vanwege dit broeikasgas alsnog definitief de verkeerde kant uit. Als we over de magische grenswaarde van 2″° Celsius globale opwarming komen, dan is het met ons op deze aarde vrijwel zeker einde oefening. Niet nu of over twee weken, maar wel binnen 100 jaar. Onze kleinkinderen zullen dan nog ruimschoots in leven zijn, net op tijd om ten onder te kunnen gaan in een langzaam voortkruipende (maar niet minder) catastrofale, wereldomvattende milieuramp.
Ik heb een goede reden om somber te zijn. Om een heel lang verhaal in generieke termen ontzettend kort te maken: in onze gehele geschiedenis zijn er overal op de wereld krachten ontstaan die hebben geprobeerd om onrecht, dat in de samenleving was ingebakken, omver te trekken en te vervangen voor mechanismen die voor iedereen beter waren. Zoals de logica daarbij voorschrijft, is de winst van de een het” verlies van” de ander. Om een paar voorbeelden te noemen: het einde van de feodale stelsels in West-Europa aan het einde van de middeleeuwen betekende eveneens een einde aan de hegemonie van de kroon en de adel en hun” greep op de economische macht en de rijkdom van het land. Kroon en adel werden” daarbij de verliezers van de vooruitgang. De winnaar was de burgerij die in de handel en manufacturij actief was geworden. Later” waren het deze mensen zelf die met het afbreken van hun verse monopolies en gunstige handelsbeperkingen zagen dat hun macht en rijkdom afnamen ten goede van andere, opkomende ondernemers – zowel binnen als buiten de landsgrenzen.
Ook een leuke: de toenemende mondigheid en organisatiegraad” van het proletariaat” – hier in West-Europa en de V.S. – hebben voor weer een andere machtsverschuiving gezorgd. Ondernemers verloren zeggenschap over het inkomen en de werkomstandigheden van hun arbeiders, wat voor die arbeiders een winst was en voor de ondernemers een onvermijdelijk kostbaar “verlies”. Een derde voorbeeld is het door veel naties” ingevoerde algemene kiesrecht, dat hier in Nederland in de plaats kwam van het census-kiesrecht. Dat laatste bepaalde dat je mocht stemmen als je een bepaald bezitsniveau had, anders niet. Hoe het wegvallen van die beperking op het kiesrecht de verhoudingen heeft gewijzigd behoeft geen uitleg.
Wat duidelijk is, is dat er altijd winnaars en verliezers zijn; bij elke maatschappelijke verschuiving van enige betekenis. Er is dus altijd een “ze”, die zal” proberen om op grond van de voor hen geldende gunstige economische verhoudingen – of proximiteit aan de macht – de voor hen ongunstige veranderingen ten voordele van anderen te torpederen. Geen mens wil graag verliezen, dat zit in onze aard. Datzelfde geldt voor groepen mensen die rond belangen geclusterd zijn; vooral als daarbij veel geld en macht in het geding zijn. Het algemene egoïsme van de mens dicteert: “alles is leuk, als ze maar van mijn centen afblijven…”
Daar wringt ook precies de emissie-schoen. Iedereen weet ondertussen wel hoe het echt zit, namelijk dat de mens voor de globale opwarming zorgt en dat dit echt een probleem van rampzalige orde aan het worden is. Je moet wel heel erg dom of slecht zijn om dat nog te ontkennen, zoals zelfs minister van buitenlandse zaken van de V.S. John Kerry laatst in Washington correct wist te stellen. Toch zijn er hele industrieën die dat met droge ogen durven te blijven doen en die daar ook nog gepensioneerde wetenschappers voor weten te strikken. Die laatste lieden, die vaak ver buiten hun expertise opereren, weten het ene na het andere onzinnige rapport de pers in te slingeren. Ik heb daar wel eens wat over opgeschreven bij de bespreking van het boek “Merchants of Doubt”” (2010) door Naomi Oreskes & Erik M. Conway.
De verliezende partijen in de strijd voor een houdbaar milieu en een planeet die ook over 1.000 jaar leefbaar is, zijn – naast de persistente fossielebrandstofautomobilist – de ondernemers van nu die moeten stoppen met hun vervuilende praktijken. Zij zullen anders en waarschijnlijk ook duurder moeten gaan produceren om duurzaam te kunnen zijn. Dat gaan ze niet vrijwillig doen, want die “entrepreneurs”” willen vooral winst maken voor henzelf en hun aandeelhouders. Verder denken ze over het algemeen (nog) niet. Alles wat aan hun winsten” tornt, zullen ze te vuur en te zwaard bestrijden. Het blote feit dat we daardoor wel eens collectief de moord zouden kunnen stikken zal ze daarbij een vette zorg zijn. Dat is nu eenmaal de blinde vlek van de notoir kortzichtige industrieel.
En om alles veel erger te maken, worden die op grote schaal werkende multinationals ook nog eens stevig geholpen door misdadigers van een heel andere soort, die minstens net zo destructief zijn, namelijk de illegale houtkappers, de stropers van bedreigde diersoorten met” hun enorme afzetmarkten voor vodoo-geneesmiddelen en de stiekeme XTC-producerende chemo-dumpers. Ik ben hier noodgedwongen onvolledig.
Laten we wel wezen. We hadden al lang technisch op een zero-emissie-niveau kunnen zitten voor zowel onze energiewinning als” onze industrie en ons transport. Dat we dat nog niet voor elkaar hebben is volledig het resultaat van getouwtrekkerij door lobbyisten in dienst van allerlei belanghebbenden, zoals vervoerders (van mensen en goederen), energieproducenten, zich ontwikkelende landen en producenten van alles wat los en vast zit dat op de een of andere manier energie gebruikt. Deze “verliezers” van een ecologische bewustzijnsrevolutie tegen de wereldwijde roofbouw-economie hebben zich vooralsnog met succes verzet tegen de meeste ingrepen die onze planeet hadden kunnen redden. En ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat die lui ooit een toontje lager zullen zingen. Het ligt daarom voor de hand dat we het gewoon niet gaan redden, tenzij we een ommekeer in ons collectieve bewustzijn kunnen realiseren die een radicale breuk met het kadaver-kapitalisme mogelijk” maakt.
De gedachte is leuk maar misschien niet waarschijnlijk, alhoewel revoluties wel vaker zijn voorgekomen. Een dergelijke actie zou niet alleen goed zijn voor ons overleven in ecologische termen, maar ook voor het elimineren van de bezits- en klassenverhoudingen die vandaag de dag bijna nog schever zijn dan vroeger. Ofwel, een revolutie” zou ook goed zijn voor een einde aan de ongelijkheid, die de stabiliteit van onze wereld ondertussen aardig begint te ondermijnen. Het enige wat ik daaraan kan toevoegen is: “mijn zegen hebben we”.