Het is een echte overwinning voor de nationale democratie over de Brusselse handelsgeilheid: het vrijhandelsverdrag met Canada, het CETA, wordt niet zoals gepland volledig afgekaart door de Europese Commissie waarna de lidstaten het moeten slikken. Dit CETA wordt op instigatie van de E.C., die de bui al heeft zien hangen, doorverwezen naar de nationale parlementen. En als het in één van die parlementen sneuvelt dan gaat het hele zootje niet meer door, waarna het zeer hoogstwaarschijnlijk zal worden gevolgd door het TTIP. Ik kan me geen beter scenario voorstellen en ben geneigd dit – naast de prestaties van Duitsland op het EK – als een van de betere berichten van de laatste tijd te beschouwen.
Afijn, zo kan het dus dat na een BREXIT en een roerige week over de toekomst van de EU toch een aangenaam neveneffect van al dat gesodemieter optreedt, namelijk dat de EU hotemetoten nattigheid gaan voelen bij de Europese besluitvorming. Die klopt niet omdat ze te kwetsbaar en te gammel is. Dat is nu wel een voordeel bij het afschieten van CETA en TTIP, maar in de toekomst moeten we wat betreft de federaal relevante kwesties toch per meerderheid kunnen besluiten. In mijn optiek geldt dat vooral voor zaken als milieu, veiligheid, arbeid en fiscale harmonisering van de lidstaten. We zijn nu eenmaal een munt-unie – met een uitzonderlijk” slecht georganiseerde €uro, dat dan weer wel – dus we moeten dat ding met vereende krachten stabiel houden.
Een bescheiden terzijde: het fiksen van de €uro zal een keer op de federale agenda moeten komen, anders zitten we straks weer in een crisis; dit keer omdat bijvoorbeeld Frankrijk zijn broek niet meer kan ophouden of omdat die werkschuwe beroepsstakers helemaal geen zin meer hebben om überhaupt nog aan het werk te gaan. En wat de performance en financiële discipline van Griekenland betreft ben ik als ik me heel erg diplomatiek uitdruk ook nog niet helemaal gelukkig. En laat ik over dat corrupte en gerontocratische Italië maar helemaal zwijgen, want dat zal nooit iets worden wat ook maar in de verste verte op een consistente grote mensen staat lijkt.
Wat er tegen CETA en TTIP is heb ik al eerder opgeschreven en een club als Greenpeace weet het allemaal nog systematische te brengen. Het gaat er in grote lijnen om dat het slecht voor ons milieu is en dat de nationale rechters in dispuutzaken met (buitenlandse) ondernemers kunnen worden omzeild. Er zijn weinig dingen meer onwenselijk dan dat, want een dergelijk hoge-snelheidstraject bij arbitrages – bijvoorbeeld bij desinvestering als gevolg van nieuwe milieuwetgeving – ondergraaft direct het fundament van onze rechtsstaat. Laat ze dus lekker opzouten met hun CETA en hun TTIP, die Noord Amerikaanse grootmachten. Hier hebben ze niets te zoeken; al helemaal niet als ze onze rechterlijke macht buiten spel willen zetten.