Het moet ongeveer de vijfde keer zijn dat ik een onderzoek tegenkom in de krant over de vermeende superieure gezondheid van biologisch voedsel. Of beter: de afwezigheid daarvan. Biologisch voedsel is niet gezonder dan niet-biologisch voedsel. Dat staat als een paal boven water; bewezen en wel. De Volkskrant legt het fijne ervan nog maar eens een keertje uit.
Maar dat gezonde, daar gaat het helemaal niet om. Alle voedsel is in zekere mate ongezond omdat het besmet is met een of andere bacterie of vreemd middel. Dat wordt altijd wel ergens opgelopen in de keten van producent tot consument. Er wordt mee gevogeld en gedaan en er zitten mensen met hun tengels aan te friemelen. Dan heb ik het nog niet over de dioxinedampen uit de omgeving die neer kunnen slaan op het maaiveld of die groene koe.
Waarschijnlijk zijn er nog vele andere potentiële besmettingsbronnen die ik niet eens kan verzinnen. Al die ellende is een kogelvrij gevolg van het feit dat we niet meer zelf ons eigen voedsel verbouwen – iets wat mijn grootouders overigens nog wel deden. Die waren bio “avant la lettre” (als ik even een oogje dichtknijp wat betreft de wolk kopersulfaat die jaarlijks over de wijndruiven werd gespoten). Wij stadse stervelingen hebben echter te maken met een lange aanvoerketen. En dat is voor de kwaliteit van voedsel nooit echt goed.
Er is niet echt een goede manier om voedsel kiemvrij te krijgen en dioxine krijg je helemaal moeilijk weg. Dus dat biologische voedsel – waar toch zo’n 30% minder bestrijdingsmiddelen voor worden gebruikt – bevat als het in de winkel ligt meer bacteriën dan iets dat met een DDT-equivalent is platgespoten. De logica daarvan is onontkoombaar.
De gezondste groente is diepvries. Daar wordt het minste mee gegoocheld omdat het van het veld zo de ketel in gaat en daarna direct in de schokvriesmachine wordt geconserveerd. Bacteriën maken daar geen schijn van kans en alles blijft vers. Dus naast een lage besmettingsgraad heeft het ook nog eens meer voedingswaarde, omdat er – in tegenstelling tot ander voedsel – nauwelijks verval plaatsvindt. Snappen we dat?
Ik preek niet voor eigen parochie. Diepvries is voor zover ik weet niet echt een koploper bij de ecologische consument, ondanks het enorme versheids- en voedingswaardevoordeel ervan. Ik heb er al menig econeusje voor opgehaald zien worden. Andersom: ecologisch geproduceerd voedsel heeft wel een gezond imago, maar dat is niet terecht. Zelfs een betere smaak kan niet door een blindproevend panel worden aangetoond. Waar het om gaat bij ecologisch is nu juist het productieproces, waarbij als het goed is het welzijn van de aarde en de dieren voorop staan. Het gaat als het ware om een onthaasting van ons voedsel ten behoeve van het milieu, en wel aan de productiekant. (Je kunt het namelijk ook doen aan de consumptiekant, door alle fastfood en pre-fab voedsel te weigeren.)
Ik heb geen gunstige ervaringen met fanatici die een discussie voeren over een onderwerp waarbij ze heftige emotionele associaties hebben. Biologisch voedsel is een van die onderwerpen en de fervente bio-adept – waarvan er ook een in de krant van vandaag staat – is regelmatig zo’n fanaat. Het in de Volkskrant aangehaalde onderzoek vind ik juist om die reden niet super relevant, omdat het wat mij betreft totaal oké is dat die biobadgasten ecologisch bewust inkopen om de volstrekt verkeerde redenen. Lekker laten gaan. Laat ze maar denken dat biologisch eten gezonder is, ook al klopt daar geen ene bips van. Als ze maar in de ecologisch verantwoorde pas lopen. Dat doe ik zelf overigens ook en ik ben er fier op.… En precies dat gevoel gun ik iedereen.