Ik dacht dat ik er vanaf was, die bijna obsessieve fascinatie met het Europa van 1900 tot ongeveer 1950, maar dat is niet zo. Ik had nog een aanzienlijke blinde vlek, en dat was de geschiedenis van Spanje, en wel vooral die rond de burgeroorlog van 1936 – 1939. Die omissie ben ik nu in stevig tempo aan het wegwerken, omdat je niet kunt volhouden een crypto-anarchist te zijn om vervolgens niets te weten van de wapenfeiten van de Vrije Anarchisten en hun Anarcho-Syndicalistische broeders, in wat waarschijnlijk de meest actieve strijd is waarin zij ooit hebben geparticipeerd.
Hoewel; misschien dat ze in Rusland nog iets militants gedaan hebben op een serieuze schaal, maar ik geloof dat eerlijk gezegd niet zo. De communisten waren daar helaas veel te gewiekst voor. Daarnaast hebben zij ook de geschiedenis van de U.S.S.R. opgeschreven; dat scheelt al gauw een jas.
Ik ben het boek “The Battle for Spain” (1982) van Antony Beevor aan het lezen, en ik moet zeggen dat deze exercitie ruimschoots aan mijn verwachtingen voldoet. Ik begin zowaar een redelijk scherp beeld te krijgen van het Spanje van vlak na WW‑I en de geweldige strubbelingen en chaos daar, die uiteindelijk geleid hebben tot de machtsovername door Franco, de dictator die ervoor heeft gezorgd dat Spanje voor een periode van 30 jaar geen vrije verkiezing meer heeft gezien. Onze beste generaal was effectief: deze bestuurlijke schandvlek werd pas in 1978 weggepoetst met de vorming van een democratische constitutie.
Er valt me iets op. Dat is in eerste instantie niet het feit dat er in Europa in de eerste helft van de vorige eeuw wel erg veel fascistische staten ontstaan zijn. Italië met haar Mussolini, Duitsland met haar Hitler en Spanje met haar Franco – het zijn drie staten die zichzelf zonder enige gêne ook als echt monolithisch totalitaire‑, geweldsverheerlijkende- en absolute regimes hebben geprofileerd en geafficheerd. De regimes van een aantal andere landen, waaronder de U.S.S.R., lagen daar wat praktijk betreft wel heel dichtbij en ze waren ook geen haar beter. Toch presenteerden ze zich als iets anders en ideologisch complementair – als Socialistisch bijvoorbeeld. Geef het beestje maar een naam; tussen alle retoriek door is één ding heel duidelijk: die Grote Leider onzin en dat heftige klasse-gedoe was wel heel populair in die dagen en het paste op de een of andere manier goed in de tijdsgeest.… en in het heersende mensbeeld van toen.
Wat ik vooral in het oog vind springen is het feit dat de radicale opponenten van de staatsmacht in dat turbulente Spanje, die ook probeerden deze door middel van verschillende staatsgrepen omver te krijgen, naar de Europese verhoudingen van toentertijd onvoorstelbaar mild behandeld werden. Daar was geen sprake van dikke-planken doodschieterij zoals dat in Italië, Rusland en Duitsland wel degelijk het geval was met Putschisten, maar eerder van sanctionering op een aanzienlijk lager geweldsniveau. Er vielen wel doden door staatshand, maar niet zo veel als in de Sovjet Unie en niet zo “Rücksichtslos” als in Duitsland. Gevangenisstraffen waren veel hipper.
Die mildheid was overigens ver te zoeken toen de strijd tussen de Nationalisten en de Republikeinen eenmaal goed losbarstte. Het dodelijke geweld tussen die twee groeperingen was heftig, talrijk en verstoken van enige medemenselijkheid. De burgers onder elkaar waren stukken minder menslievend dan de staat vlak voor de burgeroorlog was.
Met andere woorden; die Spanjaarden lijken zo vlak voor de “revolutie” van 1936 op het eerste gezicht – zelfs in een tijd van grote internationale politieke en ideologische commotie die het interbellum zo kenmerkt – de meest relaxte broeders op dit continent te zijn geweest. Kijk, en dat wist ik dus niet. En tijdens de oorlog zelf schijnt er aan de Republikeinse zijde van het land een zeer optimistische en positieve sfeer van grote gemeenschapszin gehangen te hebben. Saillant detail: daar werden in een jaar meer onderwijsinstellingen gevormd en meer mensen gealfabetiseerd dan in de 20 jaar ervoor.
Ideologisch is het boek van Beevor erg interessant omdat het een goed overzicht geeft van de verschillende smaken van klassen-geïnstigeerde politieke strijd die in het Europa tussen de oorlogen rondzweefden en hoe diep de verdeeldheid was die daardoor ontstond. Als ik zo Duitsland, Italië en Spanje eens naast elkaar zet dan ontkom ik niet aan de notie dat het vooral het gerotzooi op grote schaal tussen de communisten, anarchisten, socialisten, royalisten, christenen en andere conservatieven was die deze landen in de armen van de fascisten – of een van haar derivaten, het Nationaal Socialisme – gedreven hebben. Anders gesteld: als je een land onbestuurbaar en aan de rand van de afgrond wilt hebben, dan moet je de bovengenoemde facties in één kamer zetten en ze laten regeren. Het is vragen om moeilijkheden, blijkt uit de geschiedenis, en zo zijn in ieder geval in drie landen tegelijk uitgekomen bij een vorm van xenofobe, onmenselijke en zwaar gedebiliseerde civilisatie-regressie.
De vraag is gerechtvaardigd of totalitarisme in de een of andere smaak de prijs is die moest worden betaald voor de transitie van het oude feodale Europa, via de vorming van de natiestaten, naar het democratie-niveau van tegenwoordig. Het lijkt er op. Als je naar de oude Sovjet satellieten kijkt dan zie je op sommige plekken een soortgelijke manoeuvre plaatsvinden. Die piechem in Wit-Rusland bijvoorbeeld, die had zo in het politieke landschap van de jaren 30 van de vorige eeuw gepast – als onderdeel van de AS-mogendheden wel te verstaan. Ik moet er nog maar eens over nadenken en meer over lezen. De jury komt hier nog op terug.
Het boek komt misschien over als zwaar op de hand, maar het valt mee. Het is leesbaar en niet onaangenaam; ondanks de rijke detaillering die het van het politieke toneel geeft. Dit is mijn eerste ervaring met Beevor, en ik vroeg mij al af wat deze man doet om zo veel details in zijn boeken op te kunnen nemen. Als hij ze niet zelf verzint dan moet hij toch minstens maanden lang onderduiken in allerlei archieven en bibliotheken. Het resultaat is in ieder geval aanbevelenswaardig. Antony Beevor heeft wat mij betreft een zinvolle en effectieve bijdrage aan mijn begrip van de Europese – en Anarchistische – geschiedenis geleverd. En mijn Spaanse blinde vlek is weg.
En dan nog even dit.…..
De Robert Capa controverse
Nog een fotootje voor de liefhebbers van drama: dit is Federico Borrell GarcÃa, de anarchistische militie-man die op 5 september 1936 op een heuvel in Cerro, vlak buiten Cordoba, door de soldaten van Franco werd doodgeschoten.
Deze foto’s zijn genomen door Robert Capa en zijn controversieel. Was hij schuldig aan Borrel GarcÃa’s dood? Er wordt door verschillende bronnen gesuggereerd van wel. Links staat Federico nog te poseren, rechts valt hij door een dodelijk schot, dat waarschijnlijk door poserende en schietende militie-leden geprovoceerd is.